Thursday, December 25, 2008

The Night Before Christmas

't Was the night before Christmas, and all were at rest
when a wee little blogger set out on a quest.
A quest to spread goodness and joy through the net
joy he felt only hís words could spread.
And he started typing and typing some more
if you saw him typing you'd think there's a war
and he sat in the room of communications
being in charge of foreign relations.
But the truth, of course, was different by far
the truth was our blogger was no writing star
and he wrestled and tossed with a big writers block
but his fight was in vain, on his mind stayed a lock.
Around midnight he screamed "Oh fuck cunt crap shit,
this rhyming thing's hard, I think I will quit."
Of course this is something he'll never admit,
but I think the champagne didn't help him a bit.
He crawled into bed, now accepting defeat
taking solace in the dinner tomorrow he'd eat.
Then out of the snowless yet cold starry night
there came the echoes of a jingly flight.
These sounds of course came from Santa Clause
who had heard of our poor old blogger's forced pause.
He flew in through the chimney, and covered in soot
broke into the house and tickled the bloggers foot.
The blogger arose from his sleep with a start
but when Santa said "Hi," now thàt stopped his heart.
And Santa continued "I have heard of your trouble,
don't worry my friend, our minds are now double."
Then they started thinking, their minds now together
dismissing small talk about movies or weather.
Yet sadly they were soon synchronously stumped.
It was then that our small smart blogger boy jumped.
"I have an idea!" he exclaimed, "it's so simple and easy!"
Then Santa admitted he felt a bit queasy.
He said "I've come down here to help you to blog,
but turns out my mind's even more of a fog,
and here I have been of no help at all!"
At this the blogger laughed and curled up in a ball.
"So you still cannot see, now can you dear man?
It's you who are at the base of my plan!"
So the blogger hugged Santa and said "you will see!
Go online tonight, you'll follow me!"
Slightly confused, poor Santa departed
and when he had left, the blogger restarted.
He wrote up the tale of his strange meeting
with Santa Clause up to the story's completing.
And he sat there smiling, his quest was fulfilled
for never before were his readers more thrilled
than at his tale of heartwarming proportions
no matter 't was full of his mind's strange contortions.
At this at last our poor blogger could sleep
but before he did so his heart did leap.
He realized now no matter what he'd discuss
it'd all come down to: Merry Christmas!

Allemaal zalige feesten, en bedankt om ondanks de onregelmatige posten toch te blijven lezen ;)

b. Your window to Christmas.

Tuesday, November 18, 2008

Flaminganten

Als toekomstig kunstenaars worden wij aan het RITS ook ingeleid in diverse maatschappij-belangrijke disciplines, zoals daar zijn kunstgeschiedenis, maar ook de politiek en haar relatie tot de media. Dat laatste vak heet dan ook treffend "Politiek en Media". Het vak wordt gegeven door een bijzonder links en Belgicistisch filosoof, en ook tussen de studenten zitten heel wat linkse Belgicistische rakkers. Dat botst uiteraard al eens met een N-VA'er zoals uw favoriete blogger.
Ondertussen heeft ook Herman De Croo de behoefte gevoeld om een Belgicistisch manifest, pamflet, of hoe u het ook wil noemen, uit te geven. Reden te meer dus om hier nog eens wat argumenten te bundelen, in een eigen poging tot pamflet vóór de Vlaamse zaak. Het is overigens minder een poging u te overtuigen van mijn gelijk dan wel een poging tegen de volgende les Politiek en Media diverse argumenten klaar te hebben tegen Dieter Lesage.

De faciliteitengemeenten
We kennen allemaal wel min of meer de realiteit van de faciliteitengemeenten. Het zijn gemeenten die in een ééntalig gewest liggen, dus een ééntalig grondgebied, die volgens de wet dan ook ééntalig zijn, maar waar een significant deel van de bevolking een der andere landstalen spreekt. Er zijn ook faciliteitengemeenten waar problemen zijn, en dat zijn voornamelijk die in de rand rond Brussel. Dat zijn gemeenten die in het Vlaams Gewest liggen, dus Vlaams grondgebied, die volgens de wet dan ook ééntalig Nederlands zijn, maar waar een significant deel van de bevolking Frans spreekt, soms zelfs tot 90% aan toe. Verkozenen in die gemeente, evenals openbare ambtenaren, zijn echter wel verplicht het Nederlands te gebruiken in communicatie over ambtszaken, en tegen de burgers, tenzij die laatsten een, steeds te hernieuwen, verzoek indienen in hun eigen taal tegen de gemeente te kunnen spreken.
Is dat niet een beetje absurd, is dan een steeds wederkerende stelling, dat een gemeente waar 90% Franstalig is, steeds opnieuw gedwongen wordt te functioneren in het Nederlands? Waarom mogen die mensen nu niet gewoon hun eigen taal spreken? Wel, het antwoord is ja, dat is absurd. En het zou nog veel absurder zijn moest dat dan ook gebeuren op Franstalig grondgebied. Mensen moeten nu eenmaal hun eigen taal mogen blijven spreken.
De reden van dat absurdisme ligt hem echter niet in de regelneverij van Vlaanderen. Het absurde is niet de regel dàt men Nederlands moet spreken, het absurde is het feit dat in sommigen van die gemeenten een meerderheid er blijkbaar een probleem mee heeft die taal te spreken. Iedereen over gans de wereld zal het normaal vinden dat je de taal leert van het gebied waar je zal gaan wonen. Buiten de Franstaligen. Stel nu dat het omgekeerd is. Stel dat ik in het ééntalig Waals gewest ga wonen, dan ga ik daar Frans spreken, dat is niet meer dan normaal. Als ik daar ga eisen in het Nederlands te blijven spreken, en dat de gemeente waar ik woon Nederlands spreekt tegen mij, men zal lachen. Ja, ik zal grif toegeven, het zou mooi zijn! Een volledig tweetalig België, waar overal ten lande Vlamingen en Walen en Brusselaars en zelfs Duitstaligen in een drietalige symfonie kunnen samenleven, dàt is mooi. Dat zou ook alle problemen van de baan helpen. Het zou nog mooier zijn als er ook nog eenhoorns rondliepen en onze straten geplaveid waren met regenbogen. Maar dat is een utopie, een zeer onrealistische voorstelling, een romantisch beeld waar Belgicisten zo van houden.

Een andere analogie. Herstappe is een gemeente in Limburg die op 1 januari van dit jaar 84 inwoners telde, waarvan 70 kiesgerechtigden. De gemeente heeft 0% buitenlanders. Stel, op een goeie ouwe dag, dat er 50 chinezen komen wonen, die allemaal een groot gezin stichten. Hier kunnen ze dat immers, in China niet. Binnen 20 jaar maken die Chinezen 51% uit van de kiesgerechtigde bevolking van Herstappe. Zij verkiezen een volledig Chinese gemeenteraad, en eisen nu dat zij het bestuur volledig in het Chinees kunnen houden. De originele Limburgse bevolking van Herstappe raken hun historisch-Limburgse eigenheid kwijt, terwijl zij helemaal niets hebben gedaan. Natuurlijk is dit een sterk overdreven situatie, de problematiek van de faciliteitengemeenten is ontstaan over een veel langere periode, daar zijn de Franstaligen niet ineens binnengevallen. Maar het is een analogie die in een beperkt kader de problematiek duidelijk stelt.
Helpt het dan niet tolken te hebben? De gemeenteraad is dan te volgen voor alle burgers. Ja en neen. Op kleine schaal lijkt dat zeker een satisfactoire oplossing. Iedereen kan zijn of haar eigen taal blijven spreken, en we moeten zelfs nog amper openstaan voor mekaar, de tolk zorgt wel voor communicatie. In de realiteit is dit echter absurd. Er zou geen tolk mogen nodig zijn. Als iedereen die zich gaat vestigen in het gebied van een anderstalige groep de taal van die autochtone bevolking leert, zo moeilijk is dat niet, dan is er eveneens geen probleem. En dan voelt niemand zich geschoffeerd, en dan is er niet voor elke minimale communicatie een tolk nodig. En dan zullen we veel gelukkiger zijn.
Overigens, een van de pijnlijkere argumenten die gehoord is tijdens deze discussie is 'ja, die gemeenten zijn misschien historisch Vlaams, maar is het ook niet historisch zo dat de president van de VS altijd een blanke was? Is het ook niet historisch zo dat de burgemeester van Rotterdammer altijd een echte Rotterdammer was, terwijl dat nu een man van Marokkaanse afkomst is?' Dat argument is pijnlijk voor de uitspreker ervan omdat die vergelijking mank loopt op zowat elk gebied. De twee aangehaalde voorbeelden handelen over de gelijkheid van alle burgers, terwijl het taalgebruik van een streek hier niets mee te maken heeft. En zo we het er wel bij willen sleuren moet dat misschien niet zijn in de vorm 'iedereen moet zijn eigen taal mogen spreken', maar wel 'iedereen heeft het recht in zijn eigen streek zijn eigen taal te behouden'.
Nog pijnlijker is het dat het argument ook geen steek houdt omdat de historische verandering van een zwarte president in plaats van een blanke president, een Marokkaans burgemeester in plaats van een "zuivere Nederlander", geen invloed hebben op het leven van de burgers van die streek, natuurlijk op de leiderskwaliteiten van beide individuën na. Een systematische kolonisatie (ja, de term is opnieuw een hyperbool om een punt te maken) van een gebied door een andere bevolkingsgroep dan diegene die daar historisch steeds heeft gewoond, heeft wel degelijk invloed voor de autochtone bewoners.

Het economische aspect
Iets wat vaak wordt aangehaald door Belgicisten is dat een splitsing economisch gezien helemaal niet zo goed zou zijn voor de Vlamingen als door sommigen wordt aangenomen. In het pamflet van Herman De Croo staat dan ook onder andere te lezen dat huidige Belgische instellingen zoals het Rekenhof, Kamer en Senaat, Cassatie, etc. moeten worden ontbonden, en vervangen door alternatieven. Hierdoor zou volgens De Croo helemaal geen afslanking van het overheidsapparaat, maar een verzwaring, doordat al die instellingen ontdubbeld moeten worden, wat overigens ook een meerkost zou meebrengen.
Dat is onzin. Eerst en vooral moeten Kamer en Senaat al niet worden heropgericht omdat daar reeds alternatieven voor bestaan: de deelstaten hebben reeds een eigen parlement en regering. De andere instellingen zullen inderdaad ontdubbeld moeten worden heropgericht, maar telkens in een slankere versie, en een versie die volledig geredesignd is. Sommigen van deze structuren werken immers nog steeds volgens een zeer oude en ondertussen gedateerde structuur. Het kan efficiënter, en dat zou dan ook gebeuren bij een heroprichting.
De Croo haalt ook nog aan dat bij heel wat contracten contractbreuk gepleegd zou worden. In heel wat contracten is de Belgische staat immers partner, en indien die staat ophoudt te bestaan is dat contractbreuk en dient daarvoor een compensatie te gebeuren. Dit is inderdaad een reëel probleem, maar het gaat ervan uit dat er een splitsing van de ene dag op de andere zou gebeuren. Dit is uiteraard niet het geval, een bijzonder onrealistisch scenario, en iets waar ook zeer weinigen en nog veel minder doordachten om staan te roepen. Een eventuele splitsing zou worden voorbereid. Bij vernieuwing van die contracten kan dan ook de overeenkomst met de Belgische staat worden stopgezet, en het contract worden overgedragen aan een van de deelstaten. Zo kan de Belgische staat dan blokje per blokje worden afgebouwd, zodat we niet alles ineens moeten slopen.
Een ander economisch probleem dat zeer vaak wordt aangehaald is dat van de merknaam België, die zou verdwijnen. Dat is wel degelijk een probleem, maar ook geen onoverkomelijke zaak. Voor streekproducten zou het zelfs geen probleem kunnen zijn, of slechts zeer beperkt. Belgische chocolade zal altijd Belgische chocolade blijven. België zal namelijk een historische streek worden.
Maar belangrijker, om bijvoorbeeld investeerders naar Vlaanderen te lokken, moet er awareness gekweekt worden wat Vlaanderen is, wat Wallonië is, en dat daar na het einde van België niet zo veel aan verandert. Er is tijd om een merknaam Vlaanderen te kweken om later de merknaam België te vervangen, de splitsing komt er immers niet van vandaag op morgen.

Maar we moeten toch solidair zijn!
Van zodra je je out als Vlaams-nationalist ben je onsolidair. Vlaams-nationalisten willen niet alleen het land, maar ook de sociale zekerheid opblazen, zodat alle Franstaligen meteen in de kou komen te staan. 
Niet is uiteraard minder waar. Solidariteit is belangrijk, dat zegt ook de N-VA. Wat niet kan zijn excessen, die er momenteel wel zijn. De sociale zekerheid is federaal, maar een Waal ligt gemiddeld enkele dagen langer in het ziekenhuis. De werkloosheid in Wallonië is veel groter dan de Vlaamse, waardoor niet enkel een groter percentage van de werkloosheidsuitkeringen naar Wallonië gaat, maar waardoor men daar ook nog eens een kleinere bijdrage kan leveren aan de sociale zekerheid.
Ik herhaal echter: solidariteit is belangrijk. De Waalse economie is slechter dan de Vlaamse. Dit is natuurlijk voor een deel ook te wijten aan het beleid, maar laten we daar even abstractie van maken. Solidariteit zou veel beter werken indien deze op een Europese schaal wordt uitgevoerd. Wallonië heeft niet meer recht op solidariteit omdat die regio zich toevallig in hetzelfde land bevindt als wij, en Roemenië heeft niet minder recht op solidariteit omdat het nu toevallig wat verder ligt.
In een sterk Europa, een Europa van de regio's waar we - geloof en hoop ik stellig - naartoe evolueren, is solidariteit veel beter mogelijk, op een veel grotere en dus nuttiger schaal. Een uitgebreid pleidooi voor dit Europa van de regio's, dit Verenigde Regio's van Europa zo u wil, zou ons te ver leiden, maar het is zeker een manier, de ideale manier, om de solidariteit te behouden in een veel mooier, logischer en verantwoord kader dan het Belgische.

En wat dan met Brussel?
Een van de moeilijkste problemen die we hebben in dit land is inderdaad Brussel. Hiervoor liggen verschillende scenario's op tafel, waarvan geen enkel een pasklare oplossing is. Ik kies met graagte resoluut voor Brussel als hoofdstad van Vlaanderen. Het is een Vlaamse stad (als in stad in het Vlaams gewest, niet als in stad met een uitgesproken Vlaams karakter, gezien het Brusselse karakter uniek is, maar toch zeker niet onverenigbaar met het Vlaamse), en op dit moment ook al hoofdstad van Vlaanderen. Economisch hoort het gewest quasi bij het Vlaamse, de luchthaven van Zaventem, die een belangrijke bron is voor Brussel, ligt volledig op Vlaams grondgebied, en de stad stelt ook heel wat Vlamingen te werk.
Het is waar dat een deel van dezelfde argumentatie kan gedaan worden om Brussel te kwalificeren als Waalse stad. Er zijn ook heel wat Franstalige Belgen die dagelijks naar Brussel reizen om er te gaan werken. Ik blijf er echter van overtuigd dat Brussel op economisch vlak heel wat meer met Vlaanderen te zien heeft dan met Wallonië, en dat Brussel, dat bij een eventuele splitsing uiteindelijk zelf zijn zegje moet kunnen doen in wat er gebeurt, er zeker niet slecht aan zou doen om te kiezen zijn huidige rol te blijven vervullen in een onafhankelijk Vlaanderen. Zijn huidige rol als hoofdstad, en als regio met een speciaal tweetalig statuut. Niemand heeft ooit gezegd dat Vlaanderen ééntalig moet zijn.
Een andere optie die overigens goed zou kaderen in het VRE-concept dat hierboven al werd aangehaald is een soort van Brussels D.C., een onafhankelijke hoofdstedelijke regio met zijn eigen bestuur, dat ook het bestuur van de hele Verenigde Regio's van Europa huisvest. Het werkt voor Washington, het zal dus ook wel werken voor Brussel. Heel wat Marylanders gaan elke dag werken in de hoofdstad. Het enige probleem is dat Maryland zijn hoofdstad ergens anders heeft, en dat Brussel buiten Vlaanderen dus wel degelijk zal gepaard gaan met een hele verhuis, en dus administratieve rompslomp én prijskaartje, naar de nieuwe Vlaamse hoofdstad.

b. Your Window to Belgium.

Mijn meet-and-greet met God

Ik wist dat het een kutdag ging worden. Zoiets voel je als je opstaat. En nu ben ik dood. Goeie tip voor de fans: nooit slaapdronken een NMBS-perron op stappen net als de 11:50 naar Antwerpen-Centraal er aan komt.
Het ziet er hier anders uit dan ik verwacht had, in die hemel. Het lijkt bizar veel op mijn eigen kamer, alleen dat ik er niet in slaag rommel te maken. Dat wordt meteen opgeruimd door engelen, die er trouwens ook heel wat anders uitzien dan je denkt. Het zijn een beetje ineengedoken, gebulte wezentjes, de vleugels die uit die bult komen zijn helemaal niet wit en gevederd maar eerder insectoïde, en ze hebben erg veel haar. Het lijkt alsof ze wel iets hebben van elk levend wezen, alsof ze de kladblok van de schepping zouden zijn.
Maar goed, terug naar mijn beschrijving van de hemel zelf. Wie had nu in godsnaam (no pun intended) gedacht dat je een computer zou krijgen in de hemel? De nieuwe iMac, met T1-internetverbinding nog verdraaid aan toe! Ja, het is hier echt het paradijs.
Dat kwam eigenlijk nog wel grappig, die computer. Als je hier aankomt moet je naar God. Ja, eigenlijk is dat de taak van Sint-Pieter, maar tussen ons gezegd en gezwegen, die drinkt. Serieus. God is er niet echt blij mee, maar neemt die taak dan ook maar op zich. Hij is per slot van rekening toch almachtig, en eigenlijk is het ook wel een beetje zijn taak als huisbaas. God is een vriendelijke pee, maar ook hij ziet er een pak anders uit dan je zou denken. Hij is een beetje een kruising tussen James Marsden (de knappe prins uit Enchanted) en William Moseley, de oudste uit The Chronicles of Narnia. Geen ouwe zeikerd met een baard dus.
'Oei, BB!' zei hij. 'Allez, tegenwoordig is het nog maar één B zeker? Of nee, b., dat was het! Jaja, ik lees uw blog! U had ik hier nog niet verwacht jongen, nog zo vitaal en vooral vieriel, wat is er toch gebeurd?'
'Met mijn stomme kloten onder de trein gesukkeld,' zei ik, net iets te laat beseffend tegen wie ik bezig was. 'Oeps, dat k-woord mag ik hier niet zeggen zeker?'
God lachte. 'Als ik niet wou dat iemand "kloten" zei, had ik dat woord toch niet geschapen zeker? Al die zogezegd godsvruchtige mensen kunnen toch wel een stukje overdrijven hoor, ik ga toch niet vallen over wat taal... chill dudes!'
'Wacht, u heeft ook de taal gemaakt?'
'Natuurlijk! Het regende, ik had niets beter te doen... en dan ga je experimenteren he! Van die regen heb ik trouwens al dikwijls spijt gehad hoor. Sorry he, maar ja, ook God is niet perfect.' Texas moest het horen.
'Maar euh, uwe Goddelijkheid, ...'
'Zeg maar G. Op z'n Engels. Dat heb ik van u geleerd.'
'Euh, oké... euh, G, waarom dan toch al die verschillende talen?'
'Je hebt echt mijn boeken nog niet gelezen he? Ik heb nochtans een hele stand op de boekenbeurs! Dat Babelgedoe enzo natuurlijk he! Haha, nee, dat was eigenlijk een grap die een beetje uit de hand gelopen is. En ook een beetje een taalexperiment, toegegeven, ik amuseerde mij er wel mee. En ik wou blijven doordoen tot ik de best mogelijke taal bereikt had.'
'En is dat gelukt?'
'Natuurlijk, het Nederlands! Het woord "kloten" alleen al maakt die taal voor mij nu af. Waarom denk je trouwens dat die Franstaligen zo kribbig zijn?'
'U amuseert zich dus met het tegen mekaar opzetten van Vlamingen en Walen?'
'Hey, ik zit hier al een paar miljoen jaar, ...'
'Niet volgens Sarah Palin,' fluisterde ik.
'Breek me de bek niet open over dat wijf he!' Zo furieus heb ik G niet meer gezien in die paar uur dat ik hier nu toch al zit. 'Als ik niet wou dat het duidelijk was dat die planeet al een paar miljoen jaar oud was, had ik die fossielen die o zo gemakkelijk te dateren zijn daar toch niet gelegd? En als ik niet wou dat jullie kunnen trouwen had ik ook wel geen homo's gemaakt. Of zoveel zenuwen in de aars gestoken. Of die prostaat op die suggestieve plaats gestoken en daar zoveel genot aan gekoppeld. Maar... je weet wel... de mens is geschapen naar mijn beeld, en ik heb zo ook mijn pleziertjes... Man! Waar is de tijd van Sodom en Gomorra! b., Ik verzeker je, San Francisco is er niets tegen! Vette feestjes! En vettige feestjes ook!' Zowaar, ik heb een knipoog gekregen van God. Na een homograp. Polen moest het zien.
'Maar goed, genoeg gebabbeld,' sprak God op een semi-serieuze toon nadat hij uit zijn nostalgische trance was weergekeerd, 'tijd voor de praktische zaken. Ik heb een probleem met u.' Lap, daar had je het. Altijd al geweten dat ik eigenlijk in de hel zou belanden, al had ik nu toch altijd gedacht dat het door de mannenseks ging komen. Maar daar twijfel ik nu toch eerlijk gezegd aan.
'Ik weet niet goed welke kamer ik u moet geven. We hebben kamers voor ingenieurs, voor bloggers en voor regisseurs, maar niet voor alledrie tegelijk.' Lap, dat krijg je dan als Uomo Universalis. 'Waar wil je voorlopig logeren? Dan laat ik wel wat van de andere zaakjes aanrukken in de loop van volgende week. Sorry dat het zo lang moet duren, maar Amy Winehouse heeft eindelijk haar overdosis beet, en die is nogal veeleisend. Sorry he, maar gij kunt daar wel tegen denk ik, niet?'
Natuurlijk kan ik daar tegen. Je zegt nu eenmaal niet tegen God dat je nù onmiddellijk een projector en de Star Wars DVD-collectie moet hebben. Tenminste niet als je zo weinig naam hebt als ik. Ik heb trouwens voor de bloggerkamer gekozen, die directe behoefte was het grootst. Vandaar dus de iMac op mijn kamer. God loopt trouwens mee naar je kamer. Zo kan hij je ineens uitleggen waar het zwembad, de restaurants en het dessertenbuffet ('Ja, vroeger hadden we echt alleen rijstpap, maar we hebben ons assortiment toch wat verruimd, die Italianen eisten tirami su.') zich bevinden. En dat geeft je de gelegenheid nog wat met hem te babbelen, dat is wel tof.
'Euh, God, euh ik bedoel G,' begon ik, 'sorry trouwens voor heel dat atheïsme en anti-theïsme enzo.'
'Haha, dat is niet erg jongen. Je zat er niet minder naast dan zowat alle zogeheten wel gelovigen!'
'Maar ja, u manifesteert zich ook zo weinig!'
'Meent ge dat nu? Maar jongen toch, hoe denkt ge dat al die Jezi in toast er komen? En die Maria's in schimmelplekken?' God barste plots in een lachen uit. 'Dat zijn trouwens nog altijd twee van mijn beste carnavalskostuums ooit, Jezus en Maria. Geen kat die mij herkend had als Maria. Ja en dan heb ik daar de komende jaren op verder gebouwd he, een zwanger buikje toegevoegd, en dan kon ik gaan als de zoon op den duur he. Oke, het is een beetje uit de hand gelopen...'
'Ahja, er is nog iets dat ik u wil vragen, G. U ziet er wel heel anders uit dan ik gedacht had!'
'Je dacht zeker ook dat ik er uitzag als een oude man met een lange baard? Dat krijg ik zo vaak... Nee, ik neem de vorm aan van wat mijn gesprekspartner begeerlijk vindt. Ik wil niet dat mijn mensen hier een eeuwigheid droog moeten staan he!' En weer die goddelijke bulderlach. 'Die Michelangelo had nu eenmaal iets met baarden, en ik heb hem eens een visioen gegeven. Dat heb ik wel meer gedaan bij schilders. Een beetje als poseren voor een portret he. Ken je de Mona Lisa? Dat ben ik ook!
'Seg maar b., ik moet eens door, er is net een lading Afrikaantjes binnengekomen. Ook elke dag he, tragisch, tragisch...'
'Maar waarom eigenlijk al dat lijden in Afrika, G?'
'Ja ik weet het, er zitten redelijk wat productiefouten in dat continent, het spijt me, ik ben er mee bezig! Ondertussen probeer ik er zo veel mogelijk naar hier te halen, hoe grof het ook mag klinken. Hier is het beter dan daar. En dan heeft de Jos ook nog iets te doen, anders zit die hier ook maar.' De Jos was de echte naam van de Dood, een kleine nerd met een brilletje, gehuld in een veel te grote cape uit de C&A-solden.
'Allez, ik zal mij eens klaarmaken,' zei God, en hij veranderde pardoef in een rondborstige negerin met zo'n uitgerekte nek met van die ringen, en zo'n schijf in haar onderlip.
'Zie ik er een beetje goed uit?' vroeg hij. Tenminste, dat denk ik, zelfs God kan niet articuleren met zo'n schijf in zijn bakkes.
Ik knikte. Het is wel fijn als God uw mode-advies op prijs weet te stellen.

b. Your Window to Paradise.

P.S. Zo beter Stefan?

Saturday, November 1, 2008

Brussel (bis)

Ik heb koppijn. Ik ben er mee opgestaan, en ik heb het nog steeds. En ik moet pissen. Niet bepaald de beste uitgangspositie om in de hoofdstad in een onbekende buurt op zoek te gaan naar een onbekende cinema, maar goed. Van die zeikdrang zal ik straks, op mijn bestemming, tenminste verlost geraken.
De metro ruikt vandaag naar ongewassen penis, een indringende mix van urine, eikelkaas en opgedroogd sperma dat in het schaamhaar van de drager plakt. Het is een geur die ik ben gaan associëren met katers. Katers waar niet altijd drank voor nodig is, andere katers zijn voldoende. De geur past niet bij mijn Brussel, niet vandaag.
Eens de metro uit, in het midden van niets, een niets dat Louise/Louiza heet, vraag ik de weg. In het Frans, zo hoort dat in deze hermafrodiete stad. Altijd maar rechtdoor. Daar kan ik gaan zeiken. Het doet deugd. Het meisje dat me mijn nacho's verkoopt doet haar best om Nederlands te spreken. Ze weet niet hoe ze pepers moet zeggen, en wijst naar de bokaal met de vraag "Met deze?". Als verbitterde N-VA'er zou ik verbolgen moeten zijn, dat is althans wat de media me wijsmaken. Ik vind het schattig. De film is goed.
Ik kom de cinema weer uit zoals ik dat wel vaker doe: veranderd. Na Batman kan ik de wereld aan. Na Bridget Jones vind ik steevast weer de ware liefde. Nu ben ik melancholisch. Het weer helpt daar ook niet tegen, met de mist die het over Brussel legt na de regen. Als een sluier om de tranen van de stad te bedekken. Mijn voetstappen vragen om een soundtrack. Iets dat het alleen-zijn van de wandelsolist benadrukt. Ik denk piano. Ik moet het stellen met een gsm'ende negroïde franstalige voor mij. Ik wandel opzettelijk trager, zijn stemgeluid past niet op mijn soundtrack.
In de verte zie ik het justitiepaleis. Ik wil gaan wandelen, de stad verkennen. Vlak voor de metro die ik ging nemen naar Brussel-Centraal bevindt zich een kaart. Ik bevind me hier, weet een blauwe bol mij te vertellen. De blauwe bol is zo groot dat ik me licht beledigd voel. Ik plan me een prachtwandeling langs alle bezienswaardigheden. Ze is te lang naar mijn zin. Ik besluit om toch maar de metro te nemen.
Drie minuten later sta ik naast het justitiepaleis op het dak van Brussel. Ik ben een impulsieve mens. Ik vind het mooi. Zo hoort een stad te zijn. Somber, druk, architecturaal, en gelegen aan mijn voeten. Naast dit pleintje hangt een klok die stilstaat. Het is gepast.
Ik ontdek plaatsen die niet bestonden. Een park in het midden van Brussel, met prachtige beelden van onder meer Mercator, die een basketbal lijkt vast te hebben. Het is gewijd aan de Graven Egmont en Hoorn, onterecht veroordeeld door de Hertog van Alva, en op 5 juni 1568 onthoofd te Brussel. Plakken op standbeelden leren een mens af en toe nog eens iets. Buiten mij is er één wandelaarster aanwezig. En een kat. Ze vraagt me een foto van haar te maken, de wandelaarster. Aan haar tongval te horen was ze van Oost-Europese origine. Ik maak er een, volgens de principes van de fotografie. Ik ben tegenwoordig kunstenaar, ik heb een reputatie hoog te houden. Ze vindt de foto niet goed, ik moet er een nieuwe maken. Ik gehoorzaam, dit keer volgens de principes van de toerismografie. Ik begin die Van Gogh plots te begrijpen.
Even overweeg ik haar te vragen of ze een rondleiding wil in Brussel. Kon ze meewandelen. Maar het past niet. Zij past niet, niet hier, niet nu.
Ik passeer het Paleis. De koning is er, dat leert de vlag me. Het is een statig paleis, dat van ons. Die Leopold II moet een en ander te compenseren hebben gehad.
Ik heb ooit in mijn leven één perfecte kus gehad. Die kus vond ik in het Park van Brussel, een groene massa gekneld tussen het Paleis en de Wetstraat. Toen wist ik niet waar ik me bevond. Enkel waar mijn lippen zich bevonden. Die kus duurde drie dagen. Toen liet ik hem weer achter, ergens in dit park. Waar precies weet ik niet meer. Ooit kom ik hem wel weer zoeken.
De bladeren dwarrelen neer terwijl ik voorbij het park loop. Ik durf er niet binnengaan, het terrein is er ruwer, zwaarder, lastiger om te doorkruisen. Toch voor mij. De vallende bladeren passen er. Het kon enkel herfst zijn op dat moment. In de lente ben ik te gelukkig om dit verhaal te kunnen vertellen.
Ik kom aan in de wetstraat. De premier is er, dat leren de open deur, de volgeparkeerde binnenkoer, en de twee rijkswachters me. Elk zijn stijl.
Ondertussen moet ik weer gaan zeiken. Dan neem ik de metro maar. Mijn koppijn is tenminste weg.

EPILOOG - op de trein

Hier zijn al twee mannen aan het zeiken.
De Crem is een idioot. Allez, ondertussen is hij ook al in opspraak. Flahaut stelt voor legerbedden te gebruiken voor asielzoekers, met ons geld. De treinconducteur is te enthousiast, en hoe serieuzer het wordt, hoe onnozeler die mannen doen, verdomme. (De verwarming in een van de andere rijtuigen is uitgevallen, meldde de conducteur zopas. Dat blijkt tot bittere ernst te nopen.) Berlusconi heeft weer iets gedaan in Italië. Dat is toch ook een pipo zie. En, zeg wat je wil, die Dedecker is hetzelfde. Diet gaat nog stemmen krijgen, en daar gaan ze nog spijt van krijgen. En dieje Yves Desmet van de Morgen, dat is nog zo ene. Die is alle geloofwaardigheid kwijt. Heel die gazet. Zeikte gij vroeger ook niet in uw broek van het lachen bij Polspoel en Desmet? (Ik moet ondertussen nog steeds dringend, maar ik wil niets van deze conversatie missen.) Maar allez, wat is het alternatief, Terzake? Dat zijn toch ook twee rode vlaggendragers he. Maar ja, als journalist op de VRT weet ge toch welke kaart ge moet hebben he. En dan de zevende dag. De die die het luidste roept mag het zeggen. Ja, waar slaat dat op? En dan mag daar een of andere pipo zijn nieuwe cd komen voorstellen, waar is dat nu goed voor? Dat moet allemaal maar entertainen tegenwoordig.
Als ik afstap moet ik nog steeds pissen. Ik zeg tegen de heren "Fijn om nog eens gelukkige mensen te zien op de trein." Ik voel hun ongelovige ogen in mijn rug bij het afstappen. Mijn koppijn is terug.
Op de volgende trein zit ik tegenover een jongeman met Down-syndroom. Ik apprecieer hem enorm.

Sunday, October 26, 2008

De jeugd van tegenwoordig

Eén van de meest filosofische uitdrukkingen die ik ooit heb gehoord - en die ik bijgevolg tegenwoordig ook regelmatig placht te bezigen - is "de jeugd van tegenwoordig".
De jeugd van tegenwoordig is altijd onbeschofter dan de uitspreker ervan in zijn eigen jeugd ooit is geweest. De jeugd van tegenwoordig is losbandiger, brutaler, dronkener, vandalistischer, en vooral ook jonger. De jeugd van tegenwoordig, daar is niets mee aan te vangen.
Die uitdrukking is zo filosofisch, zo psychologisch, omdat we er zoveel van onszelf in terugvinden. De jeugd is niet jonger, wij zijn ouder. De jeugd is niet onbeschofter, wij zijn onze wilde haren kwijt. De jeugd is niet losbandiger, wij zijn het plezier in ons leven kwijt. We maken onszelf wijs dat we dat hebben ingeruild voor groter deugden. Wij, bezigers van de uitspraak "de jeugd van tegenwoordig", wij zijn studenten, mannen en vrouwen van de wetenschap, wij werken en dragen onze steen bij aan de samenleving, wij hebben gezinnen, wij dragen zorg voor anderen die de jeugd van tegenwoordig ook niet kunnen luchten. Wij zijn verantwoordelijk. Dat zijn echte deugden, niet al dat hersenloos genot waar de jeugd van tegenwoordig achter loopt.
De werkelijkheid is natuurlijk anders. Zo niet zou de uitdrukking geen filosofische waarde hebben. Wij zijn de jaloersen. De mens wil geen verantwoordelijkheid, de mens wil zijn vrijheid. Om zonder beslommeringen door het leven te lopen. Om te genieten, van de ondraaglijke zwaarte van het bestaan weg te lopen, en te copuleren dat het een lieve lust is. En op mekaars bakkes te toeken, iedereen is copuleerconcurrentie. Maar wij zijn beschaafd. Wij hebben een samenleving, en het is niet meer verantwoordelijk om te erop los te copuleren. Dat is voor konijnen en bonobo's, wij zijn geëvolueerd. Neen, die alcohol, dat doen lagere diersoorten niet, dat is een probleem dat net gecreëerd is door onze ver gedreven evolutie. Maar ook daar zijn we nu aan het door-evolueren, en gelukkig maar.
Maar onze jeugd, enfin, tenminste die van tegenwoordig, want wij waren zo niet, die weten niet beter. Men zegt dat een embryo ongeveer heel het evolutieproces in sneltempo opnieuw doormaakt. Onze jeugd, tenminste die van tegenwoordig, zitten nog even vast in een vorig stukje evolutie. Zij weten nog niet beter. Zij copuleren nog maar, zuipen er op los, en slagen daardoor mekaar ook maar bijeen. Geen nood, ze evolueren nog wel door. En op een goeie ouwe dag evolueren ze zo ver door dat ze kunnen zagen. Zagen over de jeugd van dan. Wie op de lijn van de evolutie staat, kan ze zelf niet zien.

b. Your window to puberty.

Saturday, October 25, 2008

Jongen

"Ik vind u koddig in uw blootje," zei ik. Hij lachte. Het was lang geleden dat ik dat gezien had.
"Waarom?" vroeg hij met nog steeds diezelfde glimlach. Zijn ogen worden altijd dieper als hij stomme vragen stelt.
"Hij wipt zo grappig als je in bed stapt."
Ik heb me vaak afgevraagd of wat we hadden geen fout was. We waren jong geweest toen we voor het eerst vrijden. Toen hij voor het eerst met mij vrijde. Maar het voelde goed. Ik heb nooit anders geweten dan dat twee jongens hoorden te kussen. Maar we waren zo verschillend, dat zijn we altijd geweest. Hij was stil, ik een clown. Hij was dom, ik was slim. Ik was gelukkig.
Ik had geen zin om hem te pijpen, hoe koddig hij er ook bij zat. Het was niet dat ik geen zin had om dicht bij hem te zijn, zo dicht, want dat had ik wel. Maar seks is zo platvloers. 
Dat vonden we allebei, tien jaar geleden ook al. Seks konden we alleen, kussen niet. Natuurlijk deden we het wel als we konden, daar werd je arm minder moe van. Maar een gestolen, geheime kus, daar deden we het voor.
Ik zag dat hij me begreep. Zijn piemel was even opgewipt, maar als met een parachute weer zachtjes geland. Zijn zoengericht brein had een oprotbevel naar zijn erectie gestuurd. Onze lippen raakten, tongen evenzeer, speeksel wisselde van mond. En daarna gingen we lepeltje liggen.
Zo lagen we ook toen zijn vader ons vond. Lepeltje. Allebei koddig, allebei met een glimlach. We waren nog steeds jong. In het maïsveld, zijn ouders waren boeren. Hij ook een beetje, soms. Dat mocht hij van mij.
Zijn vader verstond het niet. Een meisje had hij gesnapt. Zelfs als het zijn zus was had hij dat gesnapt. Al was het een beest uit de stal, dàt had hij gesnapt. Maar ik? En dat ik dan nog de grote lepel was, dat kon nog minder worden gesnapt. Ik werd weggejaagd. Hij lachte niet zoveel meer toen ik hem terugzag. En hij was minder koddig.
Ik legde mijn arm over hem en streelde zijn schaamhaar. Met mijn andere hand streelde ik zijn rug. De littekens voelden ruw aan, dat doen ze altijd. Ik voelde hoe zijn piemel zich opnieuw roerde.
Dat vertelde hij me toen hij wenend op mijn bed zat. Mijn bed, dat die dag het onze werd. Hij had één miezerig klein valiesje mee. Mijn moeder had ook tranen in de ogen gehad, maar andere dan de zijne. Dat vertelde hij toen, dat hij de hark op zijn rug tot in zijn piemel gevoeld had. Dat zijn vader hem zo, hoe zeer het ook deed, geen pijn had kunnen doen.
Toen zag ik een nieuwe manier om hem te strelen.
We lachten allebei.

Nee, het was geen fout.
Ik kuste zijn nek.

De middagtrein

Middagtreinen zijn anders dan ochtendtreinen. Ze zijn kleiner en leger, de meisjes zijn er hipper, de jongens knapper, de senioren aanwezig. Ochtendtreinen worden bevolkt door de student en de werkende mens. Niemand heeft er reden om gelukkig te zijn, misschien dan met uitzondering van één type ochtendreiziger: de treinvriendjes.
Deze klasse reizigers heeft een vaste wagon, een vast compartiment, en vaste plaatsen in dat compartiment. Indringers worden steevast vies aangekeken, zodat zij veranderen in nog miserabel Ochtendtreiners. De treinvriendjes zijn elkaars beste vrienden, al kennen ze mekaar niet buiten de - regelmatig vertraagde, dat schept een band - muren van de IC-trein. Zij zijn gelukkig, de treinvriendjes, want zij hebben malkander. Tenminste, dat is het vermoeden, dat zij gelukkig zijn. Niemand kent hen immers buiten de trein. Maar ze zien er alleszins gelukkiger uit dan hun niet-gekoppelde miserabele werkmens-collega's.
Een middagtrein daarentegen wordt bevolkt door toeristen, die niet in de stad gaan werken maar er op bezoek gaan. Ze gaan er shoppen, film kijken, genieten. Dat moet wel op hun vrije dag. Morgen worden ze weer Ochtendtreiners, met alle miserie vandien. Vandaag zijn ze nog het Middagvolk, en zijn ze verheven boven de Ochtenders, met wiens gedachte ze nu smakelijk lachen.
Ochtendtreiners lezen de Metro, het gratis krantje van de werkmens. Voor de Middagtreiners zijn de Metro's al lang op, maar het maalt hen niet. Actualiteit is een beslommering, en dus enkel besteed aan de beslommerde mens. De Middagtreiner kijkt uit het raam, dat is veel passender voor hun levensstijl.
Niet alleen toeristen bevolken trouwens de middagtrein. Nee, alle soorten gelukkige mensen vind je hier. Senioren die zich voor een keer niet moeten ergeren aan de luidruchtige - want ongelukkige - ochtendlijk schoolgaande jeugd van tegenwoordig. Studenten die eens een keertje enkel in de namiddag les hebben. Studenten die de voormiddag gebruikt hebben om hun halve-dag-oude kater van zich af te slapen. Zij hebben allen reden om gelukkig te zijn.
En tussen hen zit een existentialistische blogger, een stiekem verdwaalde Ochtender. Hij observeert dit voor hem vreemde Middagvolk, en beschrijft hen voor zijn reisverslag des levens.
Ochtenders en Middagers zijn als Vlamingen en Walen. Ze verstaan mekaar niet, ze komen mekaar amper tegen, en de enen zorgen voor de economische houdbaarheid van de levensstijl van de anderen. De blogger bemerkt, observeert, en glimlacht een gedeelde middagglimlach.

b. Your window to train society.

Friday, October 24, 2008

Dagboek van een seriemoordenaar

Ik keek haar in haar ogen toen ik haar hersens insloeg. Een mens moet ergens naar kijken terwijl hij zoiets doet, en haar ogen leken mij beleefder dan haar borsten. Stel u voor dat uw laatste gedachte is 'gij viespeuk, het is hier boven te doen!' Dat is nu niet bepaald wat ik haar wou inboezemen. No pun intended.
Ze smeekte me om het niet te doen. Om haar te laten leven. Ze wou nog niet dood. Pff, dat doen ze allemaal, als mijn criterium zo simpel zou zijn... Nochtans, ik zweer het, als er ooit eens eentje afkomt met een originele smeekbede, die laat ik leven. Ik ben geen onmens. Maar totnogtoe ben ik er zo geen tegengekomen. En ik weet waarover ik spreek, we zitten ondertussen aan 8.
Waarom doet een mens zoiets? Goh. Als ik dat eens wist. Je hoort weleens van seriemoordenaars die handelen uit woede op de maatschappij. Sommigen uit verveling. Sommigen uit selectieve haat tegen een of andere bevolkingsgroep (hoeren, negers, gelukkige mensen, ...). Maar zo zit het niet bij mij, ik verveel mij niet, en ik ben veel te aimabel om haatdragend te zijn. Ik... laat mij gewoon af en toe eens gaan denk ik. Ik zie niet in waarom niet. Sommigen zuipen, sommigen golfen, dit is mijn schuldig pleziertje.
Enfin, ik was dus aan het vertellen dat ik in haar ogen keek. Dat heeft zijn charmes. Vrouwen kunnen spreken met hun ogen, veel meer dan mannen. Omdat vrouwen ook meer tegelijk kunnen voelen, spreken die ogen dus ook veel meer tegelijk. Als je een man doodt zegt zijn laatste blik òfwel "ge zijt ne klootzak", ofwel "nee alsjeblieft", ofwel "pff, ik was het toch beu". In de ogen van een vrouw lees je dat allemaal tegelijk, en dikwijls nog een "shit, de chauffage staat nog op" erbij ook. Dat zou je nooit kunnen lezen in haar borsten, toch?
Ik hou van mijn job. Ik ben begrafenisondernemer. Ik zou nu niet zeggen dat ik van mijn hobby mijn beroep heb kunnen maken, maar het scheelt wel. Geen kat die weet hoeveel as er nu precies in zo'n urne hoort te zitten, toch? Dus geen haan die er naar kraait als er 1,25 mens per potje zit. Heel handig, dat scheelt heel wat rommel.
Ach ja, af en toe heeft een mens eens een kutdag, en dan moet een mens daar iets aan doen, oke? Wanneer denkt ge dat de meesten gaan zuipen? Of golfen? Niet als ze op hun gelukkigst zijn he... Dus stop al maar snel met oordelen. Maar goed, de oven is warm. Ik heb werk.

b. Your window to Halloween.

Disclaimer: dit verhaal berust geheel op fictie en weerspiegelt de mening en/of persoonlijkheid van de auteur op geen enkele manier. Enige gelijkenissen met bestaande personen berust op louter toeval, de auteur verontschuldigt zich hiervoor.

Thursday, October 23, 2008

Brussel

Ik studeer nu zo'n vijf weken in Brussel. Ik begin aan die stad te wennen. De oordopjes van mijn iPhone hebben geleerd het geluid van de bedelaars te verdrinken, zodat ik niet eens meer moet doen alsòf ik hen niet hoor. Voor zover de immer claxonnerende chauffeurs dat verdrinken nog niet voor mij doen natuurlijk.
Het is een bizarre stad, Brussel. Vanmorgen scheen de zon door de straten terwijl de lucht erboven donker was. Brussel is een schilderij van Magritte. Bizar, het slaat op niet veel, maar het is best te pruimen. Alleen dat ik er met mijn policy enkel Frans te spreken tegen de man/vrouw op straat, en nooit in winkels, tegenwoordig dubbel zo lang over doe om een broodje te bestellen. Zo zij het dan.
Ja, ik kan het wel smaken, dat Brussel. Maar het is mijn Leuven niet. Het eten in de RITS-cafetaria is nog onvretelijker dan de wokgroenten uit de Alma. Het heeft geen studentenkring, en een docentenbeledigende toneelgroep al helemaal niet. En ik woon er niet. Het is een stad die ik 's morgens groeten mag en die ik 's avonds terusten wens. Of die ik in de ochtend mag binnenrijden, en die me op het einde van de dag weer uitspuugt, het is maar hoe je het bekijkt.
Gek genoeg is trouwens ook Leuven mijn Leuven niet meer. Mijn Leuven was een stad waar ik woonde, studeerde, creëerde, losbandig sekste, om 2 uur kebab ging halen en om 3 uur friet. Des nachts, wel te verstaan. Nu is Leuven de stad waar ik al die dingen ooit heb gedaan, in niet meer dan in het beste geval een verre herinnering. Een stad waar ik een deel van een jeugd en menig vriendenhart heb achtergelaten. Waar precies weet ik al niet meer.
Nu heerst er daar een preses die de 24-urenloop haat, slaap ik er op een nog in plastic gehulde extra matras, àls ik er al nog eens slaap (na, jawel, losbandige seks die ik in Brussel nog niet vind), krijg ik er parkeerboetes, en zijn er voor mij geen lessen meer om te brossen. Mijn Leuven is het mijne niet meer.
Ik heb geen stad meer. Ik ben van alle steden. Ik ben van dorps Vlaanderen. Ik woon op treinen met aantrekkelijke conducteurs. Ik ben b. En ik red me wel.

b. Just trying to be his own window to the world right now. 

Saturday, August 16, 2008

USA 2008 - Part 2

Goed, tijd om hier eens een sequel te breien aan mijn reisverslag.
SIGGRAPH is vrijdag afgelopen, en aan de snelle afname van mijn blogtempo zullen jullie waarschijnlijk wel doorhebben dat er daar ENORM veel te doen was. Ik ga proberen zo veel
mogelijk een blow-by-blow verslag te geven van wat een ongelooflijke week is geweest, maar
vergeef me als ik hier en daar iets vergeet.
Laat ik mijn verslag beginnen waar ik - denk ik - vorige keer ben gestopt. We waren niet uitgenodigd voor het papers committee dinner zoals ik dus wel dacht te zijn (viel een klein beetje tegen, maar ik heb me gelukkig niet in genante situaties gewerkt, jeej), waardoor ik gewoon naar de Student Volunteer Orientation kon gaan. Dat is gewoon een gigantische meeting met alle SV's waar ze alle uitleg geven over wat we moeten doen etc. Die orientation was op zich niet zo'n big deal, gezien ik dat toch allemaal vorigjaar al had meegemaakt. Wat wél cool was was de speciale sessie met DreamWorks-mensen die erna kwam, en waar we uitleg kregen over diverse recruteringsmogelijkheden bij DreamWorks, en zelfs een kleine sneak preview van Madagascar 2. Teleurstellend aan die meeting was het nieuws dat ze bij DW zowel werken aan Madagascar 2, Shrek 4 en Kung Fu Panda 2. Sequeltown dus bij DW, maar toch, het zou een enorm coole plek blijven om te werken.
Toen kwam maandag, met een lunch aangeboden door... DreamWorks. Ze waren de hoofdsponsor van het SV programma dit jaar, vandaar. Dit keer echter geen recruiting lady, maar wel de regisseur en de producer van Kung Fu Panda, met wie ik achteraf nog een babbeltje ben gaan doen. That's right, de regisseur en de producer van een echte Hollywood-film, en ik heb er mee gepraat. Niet alleen gepraat, career advice van gekregen. Ik heb hen gezegd dat mijn echte passie regie/story is, en gevraagd wat je moet doen om daarin werk te vinden. Basically is school een goed plan (jeej Rits!), maar gewoon al zoveel mogelijk schrijven en storyboarden is zeker ook een goede hulp. Dus heb ik ondertussen een boek over storyboarding gekocht, en beginnen schetsen. Want je moet helemaal niet goed kunnen tekenen om een goede storyboarder te zijn, dat is zowat mijn grootste les van deze week.
Goed, dat was het coole ding van maandag, nu naar dinsdag. Daar was zowat het coolste ding dat ik gedaan heb denk ik een van de beroemde theepotten van Pixar gehaald. Die delen elk
jaar op SIGGRAPH een limited edition wandelende theepot uit (voor degenen die dit niet weten, een theepot (de Utah Teapot om precies te zijn) is zowat het eerste en meestgebruikte model uit de Computer Graphics). Dit jaar is het een hommage aan 20 jaar Renderman (de in-huis door Pixar ontwikkelde software die ook door zowat elk bedrijf in de filmindustrie wordt gebruikt). Er zijn 3500 exemplaren van dat ding en ik heb er dus eentje. Een van de andere zaken die je kon vinden op de exhibition was een Rubik's Cube van Disney. Nu ben ik altijd ongelooflijk slecht geweest in die dingen, dus heb ik maar eens besloten op te zoeken hoe je dat nu eigenlijk oplost. En ik kan trots melden dat mijn huidig record (van de enige keer dat ik het effectief getimed heb) 5min 29s is.
Woensdag was dan het grote moment voor Toon (mijn thesisbegeleider) aangebroken, hij mocht zijn talk over 'Porous Flow in Particle-based Simulations' geven. Ik was er uiteraard bij (hij heeft mij al genoeg zien zenuwachtig zijn voor presentaties, tijd om de rollen om te keren), en ik moet zeggen dat hij het goed gedaan heeft. Buiten dan de uitspraak van het woord 'parameter', maar vergeleken met de Chinees die voor hem kwam was dat absoluut geen probleem.
Woensdagavond hebben Jef (de andere KULler hier aanwezig) en ik geprobeerd binnen te geraken op een exclusieve party van Disney. We moesten eigenlijk reserveren, maar we wisten
dat niet dus hebben we onze kans zo maar gewaagd. Toen we aan de deur kwamen zeiden twee ongelooflijk sympathieke dames ons dat we moesten terugkomen nadat alle andere geregistreerde gasten waren ingecheckt, en dat ze ons dan zeker zouden binnenlaten. "Score!" dachten we beiden meteen, maar helaas bleef er maar een hoop volk aankomen, en nadat de rij oningecheckte mensen na anderhalf uur nog even lang was, hebben we het maar opgegeven en zijn we naar huis gegaan.
Goed, ondertussen heb ik even het schrijven van deze blogpost gepauzeerd om Burger King te gaan halen. Op de terugweg kwam ik langs een vrij normaal ogend gebouwtje waar erg luide muziek uit kwam. Het bleek een latino kerkje te zijn. Bij ons vind je in slechte buurten hoerenkoten vermomd als huizen. Hier vind je kerken vermomd als flatgebouwen.
Maar terug naar mijn SIGGRAPH verhaal. Vanaf hier kan ik trouwens ook de coole momenten een beetje illustreren met foto's, zoals je hiernaast ziet. We zijn ondertussen donderdag aangekomen. Dat was de dag van de Award ceremony op het SIGGRAPH computer animation festival, waar de hoofdprijs gewonnen werd door het uitstekende Oktapodi. Die film wordt nu, dankzij die 'Best of Show Award', automatisch ingestuurd voor de oscars, dus duimen voor Oktapodi.
Eveneens in dat Nokia Theater waar die awards zijn gehouden was er donderdagavond een screening van Star Wars: the Clone Wars, een dag voor de officiële première. Vandaar dat er een aantal Star Troopers aanwezig waren.
Donderdag is ook de traditionele dag van de receptie op SIGGRAPH. Doorgaans is dat een uitstekende kans om je even tussen de groten der Computer Graphics te mengen en wat rond te horen, te socializen, en dat alles over een lekker hapje en (één) gratis drankje, dit alles in een exotische setting. Dit jaar echter werd er gekozen voor een ander format. Deze receptie was niet zozeer een receptie dan wel een (zij het extreem coole) extra voor de SIGGRAPH attendees. De receptie vond dit jaar namelijk plaats in het stadion van de LA Dodgers, tijdens een (baseball)wedstrijd. Ik heb dus een wedstrijd van de LA Dodgers (die gewonnen zijn) tegen de Phillies bijgewoond. Meer zelfs, een sympathieke Canadees heeft ons ook nog wat uitleg gegeven zodat ik nu dat spel effectief snap. Veel simpeler dan voetbal. (ik kijk naar u, idiote buitenspelregel!) Groot nadeel is wel dat ik nu al twee dagen met dat liedje van tijdens de 7th Inning Stretch in mijn hoofd zit. En noedels, taco's, kipsaté's en carne eten tijdens een baseballwedstrijd is niet gemakkelijk, moest u het zich afvragen.
Goed, ondertus
sen zijn we dus vrijdag, een dag waarop er niet te veel meer gebeurt. Er zijn nog de SV Awards, waar ik een boek (The Non-Designers Book of Design) en een instructie-DVD (Animating Walk Cycles in XSI) gewonnen heb, en natuurlijk het grote afscheid van alle mensen waar je de voorbije week mee hebt rondgehangen, samen gewerkt, hebt leren kennen, ... Toch altijd weer een bizar emotioneel moment, ik kon mezelf er niet goed toe brengen om te vertrekken.
Maar gelukkig heb ik dat wel gedaan, want ik ben dan namelijk naar Hollywood getrokken, om naar de "Behind the Emerald Curtain" tour van Wicked te gaan. Voor de niet-musical-savvy mensen onder u (foei): Wicked is zowat de meest succesvolle musical van dit moment, die ik binnen anderhalve week ook effectief ga zien. Die BtEC tour is basically een uitleg van hoe die productie in mekaar zit, en hoe eender welke Broadway productie werkt, en een hoop coole museumachtige exhibits van de show, waaronder een aantal van de kostuums (die elk zo tussen de $2000 en de $5000 kosten), en een gedetailleerde maquette van de hele scène. Plus, wat je daar vooral te zien krijgt is het ongelooflijk mooie Pantages Theater, dat vroeger een bioscooppaleis was van de studio RKO (destijds een van de groten maar zwaar in verval geraakt tot een erg klein studio'tje nu waar haast niemand van gehoord heeft). Hiernaast staan maar een paar van de foto's die ik daar genomen heb, omdat ik voort moet gaan met het verhaal, maar ik zal er in een volgende post nog wel enkele plaatsen (ik vind de manier van uploaden in blogger net een beetje te irritant om er hier nog een ganse avond mee bezig te zijn).
Nu, dat theater waar Wicked te zien is ligt in hartje Hollywood, op de Hollywood Boulevard, aan de Hollywood Walk of Fame. Nu, die gaan we pas echt fatsoenlijk verkennen eens de bMoeder hier is, maar ik heb toch al een aantal bekende en gewoonweg enorm coole sterren gezien, waaronder Bette Davis (icoon uit de Hollywood-gloriejaren, oa bekend van All About Eve), Joseph L. Mankiewicz (schrijver-regisseur van All About Eve), Vincent Price (de onbetwiste horror-koning van de jaren '70-'80, oa bekend van de originele House of Wax) en Buster Keaton (de andere grote komiek ten tijde van Charlie Chaplin, wiens carrière helaas sneller bergaf is gegaan dan die van Chaplin).
Goed, en nu ga ik eens slapen, om half elf 's avonds hier. Dat is zoals u waarschijnlijk wel weet, uitzonderlijk vroeg voor mij, maar het gaat me deugd doen. Het is een lange week geweest, deze eerste van drie weken in de VS, en morgen wordt een heerlijk rustig dagje. Zeker blijven uitkijken naar de volgende post, want daarin krijgt u niet alleen meer foto's bij deze post, maar ook een aantal van de gekke borden die ik hier al ben tegengekomen. Stay tuned!

b. Your window to the New World.

Sunday, August 10, 2008

USA 2008 - Part 1 (update 2)

/* Nota: dit deel van deze post is geschreven tijdens mijn shift gisteren (zaterdag). Hieronder wordt aangeduid vanaf waar het vandaag (zondag) geschreven is. */
Voor wie het nog niet door heeft: ik heb echt niks te doen op dit deel van mijn shift. Voor wie de eerste twee delen van dit reisverslag nog niet gelezen heeft: scroll eerst naar onder en lees die eerst.

Toen ik zei dat de reis grotendeels uneventful was, was dat toch een beetje minder waar dan ik dacht toen ik dat schreef. Zo zijn mijn iphone oortjes slachtoffer geworden van de trip nadat ik hen moest gebruiken om van de audio bij mijn in-flight movie (vrij te selecteren overigens) te genieten. Ze hadden de hele tijd in de zijkant van mijn stoel ingestoken, en blijkbaar heb ik er tegen gestoten bij het rechtstaan, de jack is stuk gegaan. Maar dat is eigenlijk niet zo interessant.
Wat wel interessant is, is dat ik een tussenlanding heb gemaakt in London Heathrow. Neen, dat is niet het interessante stuk, stay with me here. Daar moest ik van ticket veranderen, want hoewel ik mijn vlucht geboekt heb bij British Midland gebeurde mijn vlucht van London naar Los Angeles met partnermaatschappij United Airlines.
/* Einde van zaterdagstuk, hier moest ik terug nuttig gaan zijn*/

Tijdens dat aanschuiven, kwam ik een heel stoer ogende Amerikaan tegen. Tattoes, lang haar, vestje van Harley Davidson, ergens achteraan in de vijftig, begin zestig. Zo'n echte stoere biker. Na een klein gesprekje over onder andere Los Angeles en film, mezelf uiteraard in mijn stevigste Brits accent dat als sneeuw voor de zon verdween zodra ik voet zette in de VS (b: I'm gonna study film. A: Oh really, where, here in London? b: Oh no, I'm from Belgium, I'm going to study in Brussels. A: Seriously? Belgium? With that accent?) kwamen we op hét gespreksonderwerp der Columbianen. (let ook op de hoofdletters ;))

A: God will take care of it. So, are there a lot of Christians in Belgium?
b: No, not really. Most will call themselves christians, but we're mostly atheists and agnostics.
A: Oh really? How come?
b: I don't know, we still have a lot of catholic schools which are really good, but most of us just kind of stop really believing in god when we grow up.
A: That's a shame.
b: I don't think so, we manage fine without him.
A: Yeah, but I don't really get it, you can't prove He doesn't exist.
b: No we can't, but you can't prove that he does either.
A: Surely not, but I just see him everywhere.
b: I don't. With what I see, I think he's highly improbable.
A: Oh really? Well, anyway, you can't say you don't have a belief. Your not believing in God is a belief in itself.
b: Of course it is, I never said I don't believe in anything. I just don't believe in god. I believe in something.
A: Aha! So you admit that there might be something more out there huh? 
b: That's not what I said, I said I believe in some things.
A:Then what do you believe in?
b: I believe in people. I've heard a lot of people like say that for them "God is Love" and stuff like that. That's pretty easy to say, then don't call it god, just call it love. Sure I believe in that.
A: Aha, but where does that love come from then?
b: People, obviously.
A: Erm, I don't know about that, I think there has to be something more.

En toen ging hij gewoon even over naar een aanbeveling van een boek geschreven door een journalist die ging aantonen dat god niet bestond, maar uitkwam bij het wel bestaan van god. Boek van Lee Stroble of zoiets, als u het wil lezen, be my guest. Maar het klinkt als een idioot, als je denkt dat je het niet-bestaan van iets kan aantonen ben je sowieso al fout bezig en snap je niets van enige vorm van bewijskracht, wat voor mij al eender wat die man gedaan heeft serieus ondermijnt. Nadat ik hem The God Delusion van Richard Dawkins had aangeraden kreeg ik gelukkiglijk mijn ticket en kon ik lustig weer op weg.
Toch weer zo'n typische cultuurshock op Amerikaanse bodem: maakt niet uit hoe stoer ze eruit zien, hoe veel tattoes ze hebben, ze geloven hier in god. En niet de god die we in Europa nog soms zien, een soort van zacht geloof waar mensen een beetje kracht in vinden en waar mensen al eens op terugvallen als het nodig is, maar de god die alles en iedereen controleert, en die je straft als je slecht bezig bent. Volgende keer misschien toch eens proberen de gay card boven te halen, zien wat ze daarop zeggen.
Speaking of which, onlangs zat ik in een Amerikaanse gay chat room, waar ook een kerel zat die probeerde iedereen in de chat room (gaande van mensen als ik die even wilden praten met gelijkgestemde zielen tot mensen die losbandige plas- en diarreeseks zochten met 27 hiv-positieve 14-jarige negermaagden gezeten op paarden die tevens voor dubbele penetratie zouden zorgen. Sorry voor dat grafische beeld, ik bedoelde Afro-Amerikaanse maagden.) te overtuigen om te vertrouwen in Jezus en het losbandige gedrag opzij te schuiven. Nadat ik hem heel subtiel mijn standpunt uit de doeken had gedaan vond hij me een ongelooflijk sympathieke en intelligente jongeman, en hij vond het oprecht jammer dat ik zo ging branden in de hel.

Nog een heel coole zaak die ik trouwens niet verteld heb in mijn eerder verslag van mijn shift is het eten. Deze SIGGRAPH Asia PC shift komt namelijk met heel wat gratis voedsel. Gisteren was er ontbijt (spek, eieren, hash browns (heerlijke ontbijtaardappelen), heel wat fruit, en uiteraard iets lekker zoets om af te sluiten. Middageten was een lekker broodje met een slaatje ernaast, en een heerlijk koekje, dat een voorsmaakje was van het koekenbuffet dat we zouden krijgen later in de namiddag. En toen kwam het avondeten, een heerlijk driegangenmenu met kipfilet. Heel geslaagd dus, en na het bagle & muffin breakfast van deze morgen en de sandwichlunch van deze middag staat me vanavond nog het grote committee dinner ter viering van het einde van het beslissingsproces te wachten. Nodeloos om te zeggen dat ik er nog goed opsta met deze shift dus.

Goed, normaal zou ik nu op 'bericht publiceren' drukken, maar het internet hier in het convention center is niet zò goed en momenteel zit ik zonder. Ik hoop dus dat ik tegen straks kan publiceren, anders moet ik alweer een update gaan schrijven omdat ik dan het committee dinner al achter de rug heb... en ik wil stilaan wel over naar USA 2008 - Part 2. Nu, deze post vind ik ondertussen wel lang genoeg om zijn eigen afsluitertje te verdienen.

b. Your window to god*.

Actual spotting of god highly unlikely.

Uw blogger - regisseur

Zoals ondertussen wel vrij algemeen bekend is neem ik aan ben ik van plan om volgend jaar te gaan studeren aan het RITS. Daarom moet ik ook deelnemen aan een artistieke toelatingsproef van 1 tot en met 5 september, en daartegen moet ik een filmpje van 3 minuten maken. Dit alles heeft u misschien gelezen in een vorige post, maar een beetje situering kan nooit kwaad.
Goed, dat is ondertussen gefilmd vorige week dinsdag, en moet enkel nog gemonteerd worden. Dat moge dan een ongelooflijk vermoeiende dag geweest zijn, het heeft me enkel maar gesteund in mijn motivatie.
Eigenlijk moet ik, vooraleer ik dat verhaal vertel, eerst vertellen over de dag ervoor. Toen hebben we namelijk het revue recruteringsfilmpje gefilmd (dat te vinden is hier, en mede geschreven, geregisseerd en geacteerd is door yours truly, en dus een absolute aanrader sowieso). Ook die dag hebben we ons rot geamuseerd, maar dat is iets waar we binnen revue ondertussen wel heel wat ervaring mee hebben, comedy. Diepgaande emoties zijn iets waar we ons veel minder mee bezig houden, en dus ging het een hele uitdaging worden om dat te doen in Het Licht van mijn Straat, mijn toelatingsproject.
Een van de opgaven daarin was om de juiste acteur te vinden, en twee acteurs binnen revue hadden zich opgegeven, waardoor ik een van de moeilijkste dingen aan het filmmaken moest doen: audities houden. Als u ondertussen het revue filmpje gezien heeft weet u ook waarom dat ironisch was. Dat is iets dat helemaal niet makkelijk is, niet alleen omdat je de juiste beslissing moet nemen voor jouw film, maar ook omdat je natuurlijk bezig bent met echte mensen, die in dit geval ook allebei heel goeie vrienden van mij zijn. Dat maakte het dus tot een moeilijke opgave, en toen ik mijn keuze gemaakt had was ik niet zeker of het de juiste was. Ze hadden allebei hun zwakke kanten, en hun goeie kanten, doorgaans ook zonder overlap.
Waarom ik dat erbij vertel is dat ik hierdoor ook echt de acteerprestatie van de acteur in kwestie heb zien evolueren van iets waar ik wel vertrouwen in had maar toch mijn twijfels, naar iets dat me, zelfs in de ruwe beelden, al echt kan pakken. Zou ik dat met de andere acteur niet gehad hebben? Geen idee, waarschijnlijk wel, die jongen heeft ook genoeg kwaliteiten. Maar daar gaat het niet om. Wat dat mij heeft doen inzien is dat iets in een film nooit het werk is van één persoon. Een acteur wordt beïnvloed door de regisseur, zijn mede-acteurs, zelfs eventueel de camera crew. Maar op diezelfde manier wordt een regisseur ook enorm beïnvloed door iedereen met wie hij samenwerkt. En dat is nu net het mooie aan het filmmaken. Er zijn zo veel lagen, zo veel interactie tussen zo veel mensen die iets moois willen maken en afleveren. En ik hoop dat dat lukt nadat ik klaar ben met de montage. Aan mijn acteurs zal het alvast niet liggen: ik ben heel erg trots op hen.

Redefining film. Since 1986.
Be The B

MP8

Blijkbaar heb ik concurrentie op http://betheb.blogspot.com. Dat zou ik niet erg vinden, moest dat ding niet volstaan met extreemrechtse republican crap. Het is al niet meer geüpdatet sinds april 2006, maar een mooi staaltje volgt:

Rights for ILLEGAL Immigrants???
Makes me want to scream at these protestors. What part of illegal don't you understand?? What the hell is wrong with these protesting kids?

I would bet, if we put a man on the street, and asked these kids to explain to us what this hullaballoo is all about, they couldn't give us an intelligent honest answer. I would bet that if we drill down to their motives it would come down to two things;
They just want an excuse from not going to class.
They are being motivated by the likes of LULAC and other racist communistic groups.

Enfin, dus eventjes duidelijk maken: dat is niét mijn werk, en ik heb er niets mee te maken.

USA 2008 - Part 1 (update)

Oke klein dingetje dat ik bijna vergeten te vermelden was in mijn vorige post:

Op de douane werd ik min of meer weer geselecteerd voor een secondary check, en moest ik dus mijn bagage openmaken. Daarbij moest ik ook mijn laptop openmaken, en inloggen zodat de douaniers konden checken op kinderporno. Natuurlijk allemaal geen probleem, maar toen ze het hiernaaststaande communism logo zagen kreeg ik het toch even warm, en toch maar snel gezegd 'that one's a joke!', waarop ik geruststellend 'Oh yeah, no problem, as long as it doesn't say "Kill Bush" or anything.' te horen kreeg.

USA 2008 - Part 1

Oke, eindelijk nog eens eventjes tijd om te bloggen. Het zou misschien opportuun zijn moest ik besluiten om dan één blogpost te maken en geen drie tegelijkertijd, maar dat moet nu maar even zo.
Deze post gaat over mijn Amerikaanse avonturen. Na een reis van zo'n 22 uur alles bij mekaar genomen ben ik namelijk gisteren (vrijdag) aangekomen op mijn hotel in Los Angeles. Die reis zelf was een heel pak minder eventful dan vorig jaar. De vlucht viel goed mee, weinig problemen gehad met de douane, ... Enkel met het ophalen van de huurauto eventjes een probleem, omdat de auto op de naam van de bMoeder stond, terwijl die helemaal niet aanwezig was, en ik moet bijbetalen omdat ik onder de 25 ben. Daarna moest ik mij spoeden naar het Los Angeles Convention Center voor een emergency meeting voor de shift waaraan ik vandaag (zaterdag) ging moeten beginnen. Van die meeting wist ik trouwens nog maar van vlak voor ik op het vliegtuig stapte, en ik geraakte er ook maar net op tijd. Maar, geen nood, we zijn er dus geraakt, met de huurauto en al.
Grotere schrik had ik voor het hotel. Ik had namelijk al op the internets heel wat slechte tot enorm slechte reviews gelezen, variërend van slechte wifi over ontbrekend toiletpapier tot schimmelplekken en kakkerlakken die uit de pizza kropen. Gelukkig was hier niets van waar: de wifi werkt perfect, er was ongeveer 1,2 rol toiletpapier, enkele gewone plekken op de muur die ik eerder zou zien als gewoon eventjes niet-zò-goed gepoetst, en op een klein spinnetje buiten na nog geen vieze beesten gezien. Dus zou ik zeggen, so far we're covered.
Het hotel ligt naar het schijnt wel in een redelijk slechte buurt, maar ook daar nog geen last van gehad. Oke, het is geen Beverly Hills, maar nu ook bijlange na nog niet verkracht geweest door een ruige bende negers. Jammer, maar we're working on it. Integendeel, over de ligging heb ik eigenlijk niet te klagen. Ik ben direct in het convention center, er is een ontbijtplek vlak bij het hotel met een minimart ernaast, burger king verderop in de straat, en een hele hoop andere eetgelegenheden. Bovendien maar enkele mijlen van Hollywood, dus: we're good.
Oké, dan nu de grote reden waarom ik in LA ben: SIGGRAPH. Ik weet niet of ik het hier al gepost had, of iedereen het al weet of niet, maar ik doe het grootste deel van mijn shifts vandaag en morgen. Maandag heb ik nog een klein shiftje van 3 uur, en dan ben ik vrij om rond te lopen op de conferentie waar en wanneer ik maar wil.
Maar vandaag en morgen moet ik dus twee shifts van 12 uur doen. Nu, tot aan die meeting van gisteren had ik totaal geen idee wat dat ging inhouden, en was ik toch wel een beetje nerveus over wat het allemaal zou inhouden. 12 uur is LANG, zeker als het over werk gaat. Nu blijk dat ik hier bij het comité werk dat de papers die zijn ingediend voor SIGGRAPH Asia 2008 moet beoordelen. En als student volunteers staan wij er hier voor in dat de zaken die geheim moeten blijven (wie welk paper heeft beoordeeld, wie precies wat heeft ingebracht tegen welk paper, etc.) effectief geheim blijven. Ik heb net enkele uren doorgebracht met het naar binnen en buiten gidsen van de mensen die een conflict hadden met een paper dat besproken werd.
Het is wel een beetje indrukwekkend hier te zijn, tussen de crème de la crème van de computer graphics. Heel wat van de mensen in het comité hebben papers of zelfs handboeken geschreven die ik al gelezen heb, hier is volk van o.m. Microsoft, Pixar, ... En ze staan hier allemaal broederlijk naast mekaar aan het urinoir.
Heel erg grappig werd het trouwens toen ikzelf even de zaal moest verlaten, omdat mijn promotor (Phil Dutré) mee had gewerkt aan een van de papers die op dat moment besproken werd. Zo moest ik mezelf buiten laten, en moest een van de andere student volunteers me terug binnenlaten achteraf. Straks mag ik nog eens even niet in de kamer zijn. Ik weet dus enkel dat dat paper niet aanvaard is voor SIGGRAPH Asia, maar heb geen idee waarom of wie dat gedaan heeft. Van de papers waarvan ik dat wel weet mag ik dat trouwens absoluut niet zeggen, dat moet binnenskamers blijven. Het proces mag ik wel beschrijven, maar ik vrees dat dat de niet-toegepaste wetenschappers onder u toch niet echt zou interesseren. Moest het wel zo zijn, plaats het in een comment, dan leg ik het wel uit.
Momenteel zit ik op een ander deel van dezelfde shift: ik bewaak nu het eten en de mensen van mensen die niet in het papers committee zitten. Het eten omdat dat nogal snel gestolen wordt, dat is erg aantrekkelijk, de mensen om hen te beschermen van zichzelf om toch maar niet over dingen te praten die echt niet onthuld mogen worden. Maar gezien hier amper iemand voorbij komt die niet in het comité zit, heb ik dus amper werk, vandaar dat ik nu probleemloos kan bloggen.
Anyway, u merkt dat ik ben aangekomen op het huidige punt, en dus kan ik moeilijk verder schrijven aan deze post. Maar, ik heb nog andere dingen te vertellen, dus ga ik maar eens meteen doorgaan met een andere post. Er komen ongetwijfeld zeer binnenkort nog andere reisgerelateerde posts, dus check back in here for more soon!

b. Your window to the New World.

Tuesday, August 5, 2008

De vernieuwing

Af en toe gebeurt het dames en heren, dat uw blogger zijn inspiratie op geraakt. Soms uit zich dat in het minderen van de hoeveelheid blogposts, maar soms ook in het feit dat de limiet van de uitdrukkingsmogelijkheden van zijn kleine slogans onderaan elke posts stilaan bereikt is. De varianten op

Live - Dare - Express
Be The B

en

Redefining Superiority. Since 1986.
Be The B

raken stilaan op, en daarom is het tijd voor iets nieuws. En daarbij hoort uiteraard meteen ook een nieuw logo. Bij deze stel ik u dus voor:

b. Your window to the world.


Tuesday, July 29, 2008

Antwoord van de Koning

Bij deze kan ik melden dat ik vandaag een brief van de Koning (ja, zoals de titel van de Nederlandse film die momenteel in de bioscoop loopt) heb ontvangen. U weze gewaarschuwd: ik heb al MP's geschreven die langer waren. Hier komtie:

Mijnheer,

Ik heb de eer door de Koning gelast te zijn ontvangst te melden van uw schrijven van 15 juli 2008 over de toekomst van ons land.

De Vorst nam kennis van de inhoud van uw mededeling en dankt u ervoor.

Met hoogachting,

J. Van Ypersele
Kabinetschef van de Koning

Redefining the Monarchy. Since 1986.
Be The B

Saturday, July 26, 2008

MP7

Natuurlijk zijn jullie allemaal hevige Be The B'ers, die altijd proberen mijn tips voor een beter leven ter harte nemen en altijd proberen om zo veel mogelijk op jullie grote idool, mezelf, te lijken. Af en toe is er eens eentje waarbij dat heel goed lukt, en als die persoon mij dan vraagt een beetje reclame te maken kan ik dat natuurlijk niet laten.

Koen, indien u niet irl bekend waarschijnlijk dan toch gekend van zijn reacties op dit blog, heeft heden ten dage zelf een blog, te vinden op http://koengh.blogspot.com. Ik heb geen idee wat we daar kunnen verwachten, maar ik word genoemd in zijn inleiding, dat is voldoende. En gezien de jongen nu in Mexico zit, kan dat niet tegenvallen zou ik zo zeggen. Allen daarheen dus!

Sunday, July 20, 2008

Busmeisje

Liefdesverhalen zijn zever. Alles loopt er altijd perfect, en iedereen leeft nog lang en gelukkig. Iedereen die al verliefd is geweest weet dat het lang niet altijd perfect loopt, en iedereen die al getrouwd is geweest weet dat lang en gelukkig ook niet zo simpel is. Maar zelfs als het al zo zou bestaan, zijn dat niet de mooiste verhalen. Perfect is saai, lang en gelukkig slijt. Daarom geloof ik niet in liefdesverhalen. Tot ik vandaag op de bus stapte.
Ik moet eerst uitleggen dat ik normaal vanuit Leuven een rechtstreekse trein naar huis kan nemen, maar dat ik de bus die mij net op tijd op het station zou brengen net gemist had. Dus zou ik moeten overstappen in Aarschot, wat ervoor zorgde dat ik niet bepaald gelukkig was toen ik een dik half uur later de bus opstapte samen met de zwerver en oudere man die mijn gezelschap hadden uitgemaakt in het bushokje.
Dat was echter gerekend buiten de jongedame waartegenover ik me zette op de bus. Een meisje met het type schoonheid dat je nooit in films ziet. Ongeschminkt, onopzichtig kapsel, een decolleté die minder diep was uitgesneden dan de mijne. Maar een mysterieuze melancholische glimlach, bolle kaakjes, en ogen die elk een universum leken te verbergen.
Ik hoor u verbaasd zijn over het feit dat ik het over een meisje heb. Wel, mijn beste lezer, u heeft al eens gehoord dat liefde kleurenblind is. Ik kan u zeggen dat liefde ook geen oog heeft voor geslacht. Natuurlijk zal ik sneller vallen voor jongens, maar hey, who cares als ze me gelukkig kan maken...
Dus daar zat ik, op de bus, te verstomd door haar schoonheid om iets te zeggen. Een kwartier heeft de busrit geduurd, een kwartier hebben we stilzwijgend doorgebracht. Wat ik tijdens dat kwartier heb gedaan weet ik niet, waarschijnlijk een perfecte, openmondige imitatie van een goudvis geleverd. Wat zij heeft gedaan, weet ik dan weer wel. Acht keer met haar vingers door haar haar gestreken (waarbij ze erg mooie, zilveren oorbellen liet zien), drie keer op haar horloge gekeken, drieëntwintig keer uit het raam gekeken (haar hoofd naar rechts draaiend), en twee keer haar benen ontkruist en weer omgekeerd herkruist. Het was een zalige busrit.
Maar toen kwam de realiteit van échte liefdesverhalen weer boven. De bus stopte aan het station, zij stapte voor mij af. Strategisch van mezelf, zo kon ik haar zien lopen. Haar gang paste - natuurlijk - perfect bij haar. Sierlijk zonder sierlijk te willen zijn, vrouwelijk zonder koketterie. Even had ik een goede hoop dat mijn ingebeelde liefdesverhaal zich zou kunnen voortzetten op de trein naar Aarschot, en wie weet van daaruit zelfs nog verder op die naar Antwerpen. Een illusie die ik snel verloor toen zij spoor 1 opvluchtte naar de Brussel-Brugge van 22u02, een trein die ik enkele minuten later vanuit mijn L-trein naar Aarschot van 22u05 op spoor 8 zou zien wegrijden.
Zo moest het zijn, zei ik tegen mezelf. Ze had me een moment van verliefdheid geschonken, en zo mijn avond gemaakt. Meer kon ik niet van haar vragen. Ze moest nu wegrijden, het verhaal moest hier eindigen. En toen overwoog ik, op mijn eenzame L-trein, of ik dit verhaal zou neerschrijven. Misschien wel, omdat ik het best wel mooi vond, maar anderzijds was het ook banaal en onbenullig in de grotere orde der dingen. Dus besloot ik om het maar niet te doen, en misschien zelfs mijn busliefde - het enige goede dat De Lijn mij ooit had gebracht - maar zo snel mogelijk te vergeten.
En zowaar, dat was me al bijna gelukt op het moment dat ik Aarschot binnenreed. Ze was nog een vervagende herinnering op het netvlies van mijn hart, niet meer dan dat. Ik moest me overigens een beetje haasten naar spoor 2 om de IC-trein naar Antwerpen nog te halen, de trein vanuit Leuven had vertraging gehad. Een vertraging tijdens dewelke ik eens zoveel tijd had om haar te missen nadat ze zo abrupt richting Brugge was gereden.
Maar toen ik bovenkwam aan spoor 2 vanuit de catacomben van het Aarschotse station, zat daar, balancerend op de leuning aan de trap, mijn busmeisje. Ik kon mijn verbazing amper bedwingen, en mijn glimlach al helemaal niet. Niet alleen was ze me, op een of andere manier, toch gevolgd tot in Aarschot, van daaruit zou ze nog eens dezelfde trein nemen ook. Ik besloot haar niet nog eens zomaar uit mijn leven te laten rukken, en stapte op haar af.
"Hey," zei ik. Ik ben nooit een kei geweest in openingszinnen. "Hey," antwoordde ze. Zij wist blijkbaar ook niet goed wat zeggen, het schiep een band.
"Ik zat tegenover je daarstraks op de bus, in Leuven."
"Ik weet het," zei ze. Daar was die glimlach weer waardoor ik in de eerste plaats verliefd was geworden op haar. "Je zat daar met je mond open." Giechel, maar niet het puberende uitlachgiecheltje. Eerder een giechel die precies hetzelfde voelde als wat mijn buik me op dat moment probeerde te vertellen.
"Euh, dat doe ik soms." Tweede en derde zinnen zijn ook niet mijn sterkste punt. Vanaf daar begint het te gaan. En vandaag al helemaal, want vanaf toen begonnen we te praten. Niet over koetjes, kalfjes en het weer, zoals het in dat soort situaties hoort. Nee, wij hebben gepraat over liefde. Ik moest namelijk snel zijn, na elf minuten moest ik weer van die trein af. Ik geloofde niet in mooie liefdesverhalen, zij geloofde niet in mooie liefdesverhalen. Het was te perfect om waar te zijn.
"Ik ben verliefd op je," flapte ik eruit, zo'n vijf minuten voor ik zou moeten afstappen. Het was toen of nooit. Weer die glimlach.
"Ik ben al verliefd," zei ze, "ik heb een vriend." Het kon me niet schelen.
"En ik ben homo." Ik wist dat het haar ook niet zou kunnen schelen. "Dat is wie we zijn buiten deze trein Kelly. Jij hebt een vriend, ik ben homo. Maar hier, in deze trein, in deze wagon, op deze tweede klasse zetels, naast deze vlek, is het enkel ik en jij. Nu is er enkel dit moment. En ik ben verliefd op je."
Ze keek me aan met die diepe ogen van haar, en een blik die ik in mijn 22 jaren nog nooit gezien had, en die ik denk nooit meer te zullen zien. Het was een blik die me zei "je bent gek. Dit kan niet, wat jij nu net zegt kan niet. Natuurlijk is er een wereld buiten deze trein. Ik heb wel een vriend, en jij binnenkort ook. Jij kan niet verliefd zijn op me. En ik kan niets voelen voor jou. Ik weet dat dat allemaal niet kan, en dat je ongelijk hebt. Maar hier zit jij, op dit moment, verliefd te zijn op mij, en hier zit ik, in deze trein, verliefd te zijn op jou. Oké, we nemen dit moment, ik en jij, deze treinrit zal voor eeuwig en altijd de onze zijn. Dit ene moment is van ons, en dan verdwijn jij, zien we mekaar nooit meer terug, zodat dit moment altijd perfect, zuiver en puur kan blijven. Zonder sleet, ooit." Allemaal in één blik.
En toen kusten we mekaar, zij en ik, gedurende de minuut die er nog restte voor de trein Heist-op-den-Berg zou binnenrijden. Onze lippen verlieten mekaar net voor de trein echt stopte, zodat we van die remschok nog een keer, héél even, tegen mekaar zouden worden gegooid door ònze trein. En toen stapte ik af, met de perfecte liefde en de perfecte kus op zak.
Ik zal haar nooit meer zien. Ik weet niets van haar, enkel dat ze Kelly heet. Maar ik moet haar niet meer zien, omdat ze altijd bij me zal zijn. Ze heeft haar naam getatoeëerd op mijn lippen, De Lijn fungeert vanaf vandaag als eyeliner voor haar heelal-omvattende ogen, en ik zal elke keer ik van Aarschot naar Heist-op-den-Berg spoor haar glimlach zien. En dat is genoeg voor mij.

Redefining Love. Since 1986.
Be The B.

Friday, July 18, 2008

MP6

Hoofdkop van De Standaard Online 18/07/'08:
Koning kiest voor trio
Het moest ervan komen met twee koninginnen in huis.

P.S. Mijn excuses voor het Geert Hoste gehalte van deze post, maar het moest er uit. Ik zal het nooit meer doen. En we weten allebei dat dat laatste gelogen is.

Thursday, July 17, 2008

MP5

bVader: Ik vind het toch straf, nu met heel die crisis hebben ze Jean-Marie Dedecker nog niet één keer laten praten.
B: Meent ge dat nu? Natuurlijk niet, die heeft de laatste weken zijn televisietijd voor de komende drie jaar opgebruikt!

Bloggers

Bloggers zijn speciale personen. Uw eigenste blogger incluis. Ze vinden zich, en hun mening, soms onterecht belangrijk. Natuurlijk, dit blog vormt daarop de uitzondering, mijn mening is écht belangrijk. Ik heb naar de koning geschreven for crying out loud.
En toch, een m
ens zou al eens beginnen twijfelen. Mijn brief naar de koning is namelijk ook verstuurd geweest naar de vijf grote Vlaamse kranten (de Standaard, Het Laatste Nieuws, Het Nieuwsblad, DeMorgen en de Gazet van Antwerpen), en totnogtoe is hij ook in geen enkele van die kranten gesignaleerd. Toegegeven, ikzelf heb enkel in de Standaard kunnen kijken, als iemand van u in de andere kranten kan kijken, gelieve het me te laten weten.
Maar dat is niet de enige reden dat een mens al eens twijfelt. Kijk, er zijn periodes geweest dat ik weinig gepost heb, dat ik commentaren krijg waarin dat gebrek aan posts mij verweten wordt. Wel, tijden veranderen. Nu wordt u, mijn favoriete lezer, overspoeld met posts, en u bent ongetwijfeld gelukkig. En daarom zit ik al 6 posts zonder comments. Wel beste lezer, precies zoals u geniet van dit blog, geniet ik van reacties. Het is tijd om iets terug te geven aan uw arme blogger, die zich zo uitslooft zodat u kan genieten van zijn hard meningvormend werk.

U krijgt er een leuke cartoon bij.











Reacting to Superiority.
Since 1986

Tuesday, July 15, 2008

Open brief aan zijne Majesteit Koning Albert II, Koning der Belgen, Prins van Luik en in naam van de koning de Heer Jacques van Ypersele de Strihou, v

Herenthout, 15 juli 2008

Zijne Majesteit Koning Albert II, Koning der Belgen, Prins van Luik,
In naam van de koning, de Heer Jaques van Ypersele de Stryhou,
Hoofd van het Departement,
Kabinet van de Koning
Brederodestraat 16
B-1000 Brussel

Sire,

Op 14 juli heeft de premier van dit land, de heer Yves Leterme, zijn ontslag aan u aangeboden, omdat in de woorden van de eerste minister “het blijkt dat de tegengestelde visies tussen de gemeenschappen over het noodzakelijk tot stand te brengen nieuwe evenwicht in onze staatsinrichting vandaag niet te overbruggen zijn. Dit toont aan dat het overlegmodel op louter federaal niveau zijn limieten heeft bereikt.” U houdt uw beslissing nog in beraad, op zijn minst op het moment van schrijven van deze brief.
Ik zou u willen vragen, in naam van alle Belgen, in ’s lands belang, dit ontslag zo snel mogelijk te aanvaarden. Ons land staat immers op een keerpunt. Meneer Leterme heeft gelijk dat de dialoog zoals die op dit moment wordt gevoerd tussen de spelers in het beleid van het federale België verder onmogelijk wordt gemaakt door het federale overlegmodel zoals dat momenteel wordt gehanteerd. Spelers van een democratische minderheid van 40% kunnen alle eisen en vragen van een democratische meerderheid van 60% blokkeren met een simpele non. Dit is frustrerend voor deze Vlaamse meerderheid, die om begrijpelijke redenen voelt dat zij in dit België geen stem meer hebben, en niet het beleid kunnen voeren dat nodig is voor haar bevolking. En dit bemoeilijkt al jaren de dialoog, tot we op het punt zijn gekomen dat Vlamingen niet langer exuberante toegevingen willen doen (zoals vroeger zo vaak het geval is geweest) aan Franstaligen om hun vragen ingewilligd te zien, waardoor dit land in een crisis van nooit eerder geziene omvang is geduikeld.
Sire, ik benijd u niet. U heeft een land te gidsen door deze moeilijke dagen, en u moet dit reeds doen de voorbije dertien maanden. Uw koningschap is niet het makkelijkste geweest. Toch heeft u nu de kans om initiatieven te nemen die dit land, uw België, kunnen redden.
Er zijn immers drie mogelijke wegen die voor ons liggen. Een eerste mogelijkheid is het behoud van onze instellingen zoals ze zijn, en zoals ze niet functioneren. We verkeren reeds dertien maanden in de onmogelijkheid om een federale regering met slagkracht te vormen. Door de problemen rond Brussel-Halle-Vilvoorde kunnen geen nieuwe verkiezingen georganiseerd worden, waardoor het democratisch proces in België stilligt. Deze optie, het status quo, is duidelijk de slechtste. De situatie is nu reeds onhoudbaar, de verschillen en geschillen nu reeds quasi onoverbrugbaar. Verder doen op dit palmares zou een verdere uitholling van de Belgische staat en de verhoudingen tussen de gewesten en gemeenschappen inhouden tot een punt waar het land helemaal niet meer kan bestaan.
En misschien is het reeds zover. Een tweede optie voor de toekomst van dit land en zijn burgers is namelijk de splitsing en het voortbestaan van de gemeenschappen en gewesten als aparte landen in het verenigd Europa. Een optie die zeker voordelen heeft voor de burgers van dit land – er zal om duidelijke redenen een beleid kunnen worden gevoerd op basis van de individuele noden van elke gemeenschap, op het beslissingsniveau van de regio’s. Ook de solidariteit zal, in een andere vorm namelijk de Europese, behouden blijven, en samenwerking over de (taal)grenzen heen zal zeker niet tot het verleden behoren in een Europese context. Maar het is begrijpelijk dat u, en vele anderen met u die gehecht zijn aan België en haar geschiedenis, dit niet graag zien gebeuren.
En dat brengt mij bij de derde optie, Sire. Dat is een grondige hertekening van dit land. Bijna een herstichting zelfs. We hebben ons vastgereden met het federale model zoals we dat totnogtoe hebben gehanteerd. Het werkt niet meer, de staat is geërodeerd, de verhoudingen zijn verzuurd. Als dit land levensvatbaar wil blijven is het nu tijd dat we overgaan naar een nieuw model om de verschillende burgers van ons land, met hun zeer verschillende behoeften, alles te kunnen geven wat zij nodig hebben, in een context van solidariteit en vooral wederzijds begrip. België kan niet langer functioneren zoals het nu het geval is Sire, ik kan het niet genoeg benadrukken. Het is hoog tijd dat alle spelers in dit land, op het federale niveau, op niveau van de gewesten en gemeenschappen, ja zelfs op het Hof, nadenken over hoe het verder moet. Een staatshervorming is niet haalbaar, hebben de laatste dertien maanden aangetoond. Op zijn minst niet de staatshervorming die dit land nodig heeft. Daarom vraag ik u, in het belang van dit land, om België in zijn huidige vorm op te geven. Dit België is dood, en het is aan u om de architecten van het nieuwe België rond de tafel te roepen als u gelooft in de heropstanding van uw land.
Dit land is door de jaren heen, door de verschillende staatshervormingen die niet altijd even goed waren uitgewerkt, vervallen van een mooie villa naar een huis zonder fundamenten, door het constant heen-en-weer schuiven van steunmuren en pilaren. Het staat op instorten, en wat nieuw geschuif van pilaren en een stutbalk hier en daar kan misschien tijd kopen, maar instorten doet het toch. Het huis moet afgebroken worden, Sire. Afgebroken tot op de grond, zodat een nieuw huis kan worden opgebouwd, nog groter en magnifieker dan de villa die er 178 jaar lang heeft gestaan. Als u wil dat de instellingen ooit terug gaan functioneren, dan moeten België en haar instellingen opnieuw worden ingericht van op de grond. Met een goede aandacht voor de communicatie tussen de verschillende bevolkingsgroepen, en hoe deze kunnen samenleven in het grotere België. Een nieuw model voor ons land waar geen minderheid kan worden uitgesloten, maar geen meerderheid evenmin. Waar elke bevolkingsgroep het gevoel kan hebben dat naar hen geluisterd wordt, dat hun noden even belangrijk zijn als die van de andere, maar vooral waar de democratie opnieuw kan regeren. En zorgen dat dit herontwerp gebeurt is uw taak, als koning van dit land. Sire, wees snel in uw daden in deze periode van crisis, anders zal België onvermijdelijk barsten.

Hoogachtend,
Ben Verhaegen

Uw onderdaan