Tuesday, November 18, 2008

Flaminganten

Als toekomstig kunstenaars worden wij aan het RITS ook ingeleid in diverse maatschappij-belangrijke disciplines, zoals daar zijn kunstgeschiedenis, maar ook de politiek en haar relatie tot de media. Dat laatste vak heet dan ook treffend "Politiek en Media". Het vak wordt gegeven door een bijzonder links en Belgicistisch filosoof, en ook tussen de studenten zitten heel wat linkse Belgicistische rakkers. Dat botst uiteraard al eens met een N-VA'er zoals uw favoriete blogger.
Ondertussen heeft ook Herman De Croo de behoefte gevoeld om een Belgicistisch manifest, pamflet, of hoe u het ook wil noemen, uit te geven. Reden te meer dus om hier nog eens wat argumenten te bundelen, in een eigen poging tot pamflet vóór de Vlaamse zaak. Het is overigens minder een poging u te overtuigen van mijn gelijk dan wel een poging tegen de volgende les Politiek en Media diverse argumenten klaar te hebben tegen Dieter Lesage.

De faciliteitengemeenten
We kennen allemaal wel min of meer de realiteit van de faciliteitengemeenten. Het zijn gemeenten die in een ééntalig gewest liggen, dus een ééntalig grondgebied, die volgens de wet dan ook ééntalig zijn, maar waar een significant deel van de bevolking een der andere landstalen spreekt. Er zijn ook faciliteitengemeenten waar problemen zijn, en dat zijn voornamelijk die in de rand rond Brussel. Dat zijn gemeenten die in het Vlaams Gewest liggen, dus Vlaams grondgebied, die volgens de wet dan ook ééntalig Nederlands zijn, maar waar een significant deel van de bevolking Frans spreekt, soms zelfs tot 90% aan toe. Verkozenen in die gemeente, evenals openbare ambtenaren, zijn echter wel verplicht het Nederlands te gebruiken in communicatie over ambtszaken, en tegen de burgers, tenzij die laatsten een, steeds te hernieuwen, verzoek indienen in hun eigen taal tegen de gemeente te kunnen spreken.
Is dat niet een beetje absurd, is dan een steeds wederkerende stelling, dat een gemeente waar 90% Franstalig is, steeds opnieuw gedwongen wordt te functioneren in het Nederlands? Waarom mogen die mensen nu niet gewoon hun eigen taal spreken? Wel, het antwoord is ja, dat is absurd. En het zou nog veel absurder zijn moest dat dan ook gebeuren op Franstalig grondgebied. Mensen moeten nu eenmaal hun eigen taal mogen blijven spreken.
De reden van dat absurdisme ligt hem echter niet in de regelneverij van Vlaanderen. Het absurde is niet de regel dàt men Nederlands moet spreken, het absurde is het feit dat in sommigen van die gemeenten een meerderheid er blijkbaar een probleem mee heeft die taal te spreken. Iedereen over gans de wereld zal het normaal vinden dat je de taal leert van het gebied waar je zal gaan wonen. Buiten de Franstaligen. Stel nu dat het omgekeerd is. Stel dat ik in het ééntalig Waals gewest ga wonen, dan ga ik daar Frans spreken, dat is niet meer dan normaal. Als ik daar ga eisen in het Nederlands te blijven spreken, en dat de gemeente waar ik woon Nederlands spreekt tegen mij, men zal lachen. Ja, ik zal grif toegeven, het zou mooi zijn! Een volledig tweetalig België, waar overal ten lande Vlamingen en Walen en Brusselaars en zelfs Duitstaligen in een drietalige symfonie kunnen samenleven, dàt is mooi. Dat zou ook alle problemen van de baan helpen. Het zou nog mooier zijn als er ook nog eenhoorns rondliepen en onze straten geplaveid waren met regenbogen. Maar dat is een utopie, een zeer onrealistische voorstelling, een romantisch beeld waar Belgicisten zo van houden.

Een andere analogie. Herstappe is een gemeente in Limburg die op 1 januari van dit jaar 84 inwoners telde, waarvan 70 kiesgerechtigden. De gemeente heeft 0% buitenlanders. Stel, op een goeie ouwe dag, dat er 50 chinezen komen wonen, die allemaal een groot gezin stichten. Hier kunnen ze dat immers, in China niet. Binnen 20 jaar maken die Chinezen 51% uit van de kiesgerechtigde bevolking van Herstappe. Zij verkiezen een volledig Chinese gemeenteraad, en eisen nu dat zij het bestuur volledig in het Chinees kunnen houden. De originele Limburgse bevolking van Herstappe raken hun historisch-Limburgse eigenheid kwijt, terwijl zij helemaal niets hebben gedaan. Natuurlijk is dit een sterk overdreven situatie, de problematiek van de faciliteitengemeenten is ontstaan over een veel langere periode, daar zijn de Franstaligen niet ineens binnengevallen. Maar het is een analogie die in een beperkt kader de problematiek duidelijk stelt.
Helpt het dan niet tolken te hebben? De gemeenteraad is dan te volgen voor alle burgers. Ja en neen. Op kleine schaal lijkt dat zeker een satisfactoire oplossing. Iedereen kan zijn of haar eigen taal blijven spreken, en we moeten zelfs nog amper openstaan voor mekaar, de tolk zorgt wel voor communicatie. In de realiteit is dit echter absurd. Er zou geen tolk mogen nodig zijn. Als iedereen die zich gaat vestigen in het gebied van een anderstalige groep de taal van die autochtone bevolking leert, zo moeilijk is dat niet, dan is er eveneens geen probleem. En dan voelt niemand zich geschoffeerd, en dan is er niet voor elke minimale communicatie een tolk nodig. En dan zullen we veel gelukkiger zijn.
Overigens, een van de pijnlijkere argumenten die gehoord is tijdens deze discussie is 'ja, die gemeenten zijn misschien historisch Vlaams, maar is het ook niet historisch zo dat de president van de VS altijd een blanke was? Is het ook niet historisch zo dat de burgemeester van Rotterdammer altijd een echte Rotterdammer was, terwijl dat nu een man van Marokkaanse afkomst is?' Dat argument is pijnlijk voor de uitspreker ervan omdat die vergelijking mank loopt op zowat elk gebied. De twee aangehaalde voorbeelden handelen over de gelijkheid van alle burgers, terwijl het taalgebruik van een streek hier niets mee te maken heeft. En zo we het er wel bij willen sleuren moet dat misschien niet zijn in de vorm 'iedereen moet zijn eigen taal mogen spreken', maar wel 'iedereen heeft het recht in zijn eigen streek zijn eigen taal te behouden'.
Nog pijnlijker is het dat het argument ook geen steek houdt omdat de historische verandering van een zwarte president in plaats van een blanke president, een Marokkaans burgemeester in plaats van een "zuivere Nederlander", geen invloed hebben op het leven van de burgers van die streek, natuurlijk op de leiderskwaliteiten van beide individuën na. Een systematische kolonisatie (ja, de term is opnieuw een hyperbool om een punt te maken) van een gebied door een andere bevolkingsgroep dan diegene die daar historisch steeds heeft gewoond, heeft wel degelijk invloed voor de autochtone bewoners.

Het economische aspect
Iets wat vaak wordt aangehaald door Belgicisten is dat een splitsing economisch gezien helemaal niet zo goed zou zijn voor de Vlamingen als door sommigen wordt aangenomen. In het pamflet van Herman De Croo staat dan ook onder andere te lezen dat huidige Belgische instellingen zoals het Rekenhof, Kamer en Senaat, Cassatie, etc. moeten worden ontbonden, en vervangen door alternatieven. Hierdoor zou volgens De Croo helemaal geen afslanking van het overheidsapparaat, maar een verzwaring, doordat al die instellingen ontdubbeld moeten worden, wat overigens ook een meerkost zou meebrengen.
Dat is onzin. Eerst en vooral moeten Kamer en Senaat al niet worden heropgericht omdat daar reeds alternatieven voor bestaan: de deelstaten hebben reeds een eigen parlement en regering. De andere instellingen zullen inderdaad ontdubbeld moeten worden heropgericht, maar telkens in een slankere versie, en een versie die volledig geredesignd is. Sommigen van deze structuren werken immers nog steeds volgens een zeer oude en ondertussen gedateerde structuur. Het kan efficiënter, en dat zou dan ook gebeuren bij een heroprichting.
De Croo haalt ook nog aan dat bij heel wat contracten contractbreuk gepleegd zou worden. In heel wat contracten is de Belgische staat immers partner, en indien die staat ophoudt te bestaan is dat contractbreuk en dient daarvoor een compensatie te gebeuren. Dit is inderdaad een reëel probleem, maar het gaat ervan uit dat er een splitsing van de ene dag op de andere zou gebeuren. Dit is uiteraard niet het geval, een bijzonder onrealistisch scenario, en iets waar ook zeer weinigen en nog veel minder doordachten om staan te roepen. Een eventuele splitsing zou worden voorbereid. Bij vernieuwing van die contracten kan dan ook de overeenkomst met de Belgische staat worden stopgezet, en het contract worden overgedragen aan een van de deelstaten. Zo kan de Belgische staat dan blokje per blokje worden afgebouwd, zodat we niet alles ineens moeten slopen.
Een ander economisch probleem dat zeer vaak wordt aangehaald is dat van de merknaam België, die zou verdwijnen. Dat is wel degelijk een probleem, maar ook geen onoverkomelijke zaak. Voor streekproducten zou het zelfs geen probleem kunnen zijn, of slechts zeer beperkt. Belgische chocolade zal altijd Belgische chocolade blijven. België zal namelijk een historische streek worden.
Maar belangrijker, om bijvoorbeeld investeerders naar Vlaanderen te lokken, moet er awareness gekweekt worden wat Vlaanderen is, wat Wallonië is, en dat daar na het einde van België niet zo veel aan verandert. Er is tijd om een merknaam Vlaanderen te kweken om later de merknaam België te vervangen, de splitsing komt er immers niet van vandaag op morgen.

Maar we moeten toch solidair zijn!
Van zodra je je out als Vlaams-nationalist ben je onsolidair. Vlaams-nationalisten willen niet alleen het land, maar ook de sociale zekerheid opblazen, zodat alle Franstaligen meteen in de kou komen te staan. 
Niet is uiteraard minder waar. Solidariteit is belangrijk, dat zegt ook de N-VA. Wat niet kan zijn excessen, die er momenteel wel zijn. De sociale zekerheid is federaal, maar een Waal ligt gemiddeld enkele dagen langer in het ziekenhuis. De werkloosheid in Wallonië is veel groter dan de Vlaamse, waardoor niet enkel een groter percentage van de werkloosheidsuitkeringen naar Wallonië gaat, maar waardoor men daar ook nog eens een kleinere bijdrage kan leveren aan de sociale zekerheid.
Ik herhaal echter: solidariteit is belangrijk. De Waalse economie is slechter dan de Vlaamse. Dit is natuurlijk voor een deel ook te wijten aan het beleid, maar laten we daar even abstractie van maken. Solidariteit zou veel beter werken indien deze op een Europese schaal wordt uitgevoerd. Wallonië heeft niet meer recht op solidariteit omdat die regio zich toevallig in hetzelfde land bevindt als wij, en Roemenië heeft niet minder recht op solidariteit omdat het nu toevallig wat verder ligt.
In een sterk Europa, een Europa van de regio's waar we - geloof en hoop ik stellig - naartoe evolueren, is solidariteit veel beter mogelijk, op een veel grotere en dus nuttiger schaal. Een uitgebreid pleidooi voor dit Europa van de regio's, dit Verenigde Regio's van Europa zo u wil, zou ons te ver leiden, maar het is zeker een manier, de ideale manier, om de solidariteit te behouden in een veel mooier, logischer en verantwoord kader dan het Belgische.

En wat dan met Brussel?
Een van de moeilijkste problemen die we hebben in dit land is inderdaad Brussel. Hiervoor liggen verschillende scenario's op tafel, waarvan geen enkel een pasklare oplossing is. Ik kies met graagte resoluut voor Brussel als hoofdstad van Vlaanderen. Het is een Vlaamse stad (als in stad in het Vlaams gewest, niet als in stad met een uitgesproken Vlaams karakter, gezien het Brusselse karakter uniek is, maar toch zeker niet onverenigbaar met het Vlaamse), en op dit moment ook al hoofdstad van Vlaanderen. Economisch hoort het gewest quasi bij het Vlaamse, de luchthaven van Zaventem, die een belangrijke bron is voor Brussel, ligt volledig op Vlaams grondgebied, en de stad stelt ook heel wat Vlamingen te werk.
Het is waar dat een deel van dezelfde argumentatie kan gedaan worden om Brussel te kwalificeren als Waalse stad. Er zijn ook heel wat Franstalige Belgen die dagelijks naar Brussel reizen om er te gaan werken. Ik blijf er echter van overtuigd dat Brussel op economisch vlak heel wat meer met Vlaanderen te zien heeft dan met Wallonië, en dat Brussel, dat bij een eventuele splitsing uiteindelijk zelf zijn zegje moet kunnen doen in wat er gebeurt, er zeker niet slecht aan zou doen om te kiezen zijn huidige rol te blijven vervullen in een onafhankelijk Vlaanderen. Zijn huidige rol als hoofdstad, en als regio met een speciaal tweetalig statuut. Niemand heeft ooit gezegd dat Vlaanderen ééntalig moet zijn.
Een andere optie die overigens goed zou kaderen in het VRE-concept dat hierboven al werd aangehaald is een soort van Brussels D.C., een onafhankelijke hoofdstedelijke regio met zijn eigen bestuur, dat ook het bestuur van de hele Verenigde Regio's van Europa huisvest. Het werkt voor Washington, het zal dus ook wel werken voor Brussel. Heel wat Marylanders gaan elke dag werken in de hoofdstad. Het enige probleem is dat Maryland zijn hoofdstad ergens anders heeft, en dat Brussel buiten Vlaanderen dus wel degelijk zal gepaard gaan met een hele verhuis, en dus administratieve rompslomp én prijskaartje, naar de nieuwe Vlaamse hoofdstad.

b. Your Window to Belgium.

1 comment:

Hannibal said...

1) Uw verenigd Europa of whatever you call it, is een droom die sterk vergelijkbaar is met die van de Belgicisten.
2) Ik denk dat de invloed van het Belgische "brand" vrij belangrijk is en dat je zo'n merknaam niet zomaar kunt opbouwen voor Vlaanderen. En het is voor buitenlanders al lastig om een locatie op te geven voor België, wat gaat dat worden als België eigenlijk niet bestaat?
3) Antwerpen!!!