Saturday, January 10, 2009

Hoe wil ik van kunst mijn leven maken? Hoe wil ik mijn leven kunst maken?

Dit is een vraag die gesteld zal worden op het examen cultuurgeschiedenis van aanstaande maandag. Hier moeten we een essay voor schrijven van ±4 blz. In deze blogpost mijn antwoord.
P.S. Aan alle ritsstudenten: deze blogpost geldt zeer duidelijk als publicatie, in een vastgelegde vorm. Denk er dus ook niet aan dit in enig opzicht over te nemen. In tegenstelling tot mijn publicaties op de rits-wiki, die vallen onder de creative commons licentie, behoud ik elke vorm van auteursrecht voor publicaties op dit blog. U weze gewaarschuwd.

Hoe wil ik van kunst mijn leven maken? Hoe wil ik van mijn leven kunst maken?

Deze vraagstelling veronderstelt reeds een zekere opvatting over kunst, namelijk die van Kunst als einddoel, als levensdoel, als vorm an sich. De kunstenaar die deze vraagstelling beantwoordt, is een kunstenaar die al lang zijn doel is voorbij geschoten. Kunst ontstaat niet door ernaar te streven. Kunst ontstaat waar er kunde en een publiek is. Een kunstenaar is diegene die zijn stiel zo beheerst dat hij ermee kan ontroeren, ageren, en wie weet zelfs de wereld veranderen. Kunst ontstaat niet doordat iemand zich voorneemt van kunst zijn leven te maken, en nog veel minder doordat iemand zich voorneemt kunst te maken.
Ik ben geen kunstenaar, en de aandachtige lezer heeft reeds door dat ik dat ook niet meteen ambieer. Toch niet onmiddellijk, en zeker niet gepland; Ik heb een stiel gekozen. Ik heb die stiel gekozen omdat het de stiel is waar ik goed in ben, omdat dat de stiel is die ik wíl uitoefenen. Ik vertel verhalen. Ik vertel ze op papier, ik vertel ze met beelden. Maar ik vertel verhalen zonder daarmee te veronderstellen dat ik automatisch de wereld verander, zonder zelfs de wereld te willen veranderen. Mijn ambitie is mijn publiek te raken, of dat nu Kunst mag heten of niet.
Misschien zal ik ooit kunst maken, dat sluit ik zeker niet uit. Allicht zal ik het zelfs bijzonder fijn vinden als, wanneer, dat gebeurt. Dat ik kunst gemaakt heb zal ik dan weten doordat mensen mijn werk appreciëren. Doordat mensen zeggen dat het kunst is. En dan zal dat mooi zijn.
Is dat dan niet een bijzonder onambitieuze, of zelfs plat commerciële kijk op de zaak? Een schrijver, regisseur of televisiemaker die voor zichzelf geen kunstnorm vooropstelt, dat kan toch haast niets anders voortbrengen dan platte reality-tv, stationsromances op het witte doek, of het zoveelste script over de actieheld die de wereld redt? In tegendeel! Het is een nederige houding. Nederigheid ten opzichte van het medium, het publiek en de wereld. Het is een nederige houding die getuigt van respect.
Een kunstenaar die, met de pretentie om Kunst te maken, tegen de wereld aankijkt, misbruikt al te vaak zijn medium teneinde zijn publiek te vervreemden en zich de wereld toe te eigenen. Zo’n kunstenaar, een Kunstenaar, maakt al te vaak kunst die niemand begrijpt, maar enkel apprecieert omdat het zo hoort. Het is tenminste het werk van een kunstenaar. Misschien dat nog een klein groepje zelfverklaarde intellectuelen het met de Kunstenaar mee begrijpen, maar dat kleine groepje staat dan alleen in hun wereld, neer te kijken op het niet-begrijpende plebs, het publiek dat vervreemd is door de kunstenaar die allicht net wou strijden tegen de vervreemding. Een zelfingenomen kunstenaar dus, die zijn doel al lang voorbij is geschoten.
Te veel Kunst is elitair. Wat bereikt een kunstenaar wiens werk in een museum hangt en dagelijks door enkele honderden bekeken wordt, van wie geen hond het werk begrijpt, maar niemand ertegen wil ageren omdat het toch een bekend werk is? Hij heeft zijn kunst kunnen maken, en wordt misschien door zijn kleine intellectuele elite geëerd, die het werk kunnen appreciëren omdat zij het geleerd hebben te appreciëren. Omdat zij afgesproken hebben het te appreciëren. Omdat zij afgesproken hebben dat dit kunst is. Is dat dan kunst die de wereld verandert? Heeft zo’n kunstenaar zijn doel bereikt door zich te vervreemden van de wereld en de mensen daarin?
Neen, voor zulk elitarisme pas ik resoluut.
Ik ben geen kunstenaar, maar wat ben ik dan wel? Ik ben een verhalenverteller. Ik vermaak het publiek dat mijn verhaal wil aanhoren. Ik ben een nar, de kijkers zijn mijn Hof. En slechte narren, in hun stiel weinig bekwame narren dus, die worden van het Hof weggestuurd, of zelfs, al afhankelijk van de tirannie van de heersende meester, onthoofd. Aldus is het streefdoel van de nar simpel: zich zo goed mogelijk bekwamen in zijn stiel. Zo kundig mogelijk worden. Zo kunstig mogelijk, zo u per se wil.
Ik heb mij, net als de nar, een stiel aangemeten. Een stiel van dewelke ik mijn leven wil maken. En nu is het tijd om mij daarin te bekwamen, zo voldoende te bekwamen dat ik van die stiel mijn leven kan maken. Dat ik van de kunde in die stiel mijn leven kan maken. Dat ik, zo u wil, de kunst van die stiel mijn leven kan maken.
Een oude volkswijsheid leert dat oefening kunst baart, no pun intended. Om mij te bekwamen in mijn stiel als verhalenverteller, om die stiel te vereenzelvigen met mijn leven, heb ik dus weinig keuze. Ik moet mijn stiel uitoefenen. Ik moet in de wereld staan. Ik moet schrijven, filmen, kijken. Ik studeer aan twee scholen voor mijn stiel. De ene is het RITS, de andere is mijn leven.
Dus hoe plan ik van mijn leven kunst te maken? Dat is het al. Net als elk leven, op zijn eigen manier. Elk leven heeft zijn eigen ervaringen, zijn eigen lessen te leren. Elk leven bevat zijn eigen kunst, het is aan de eigenaar van dat leven om ze eruit te halen.
Hoe wil ik kunst mijn leven maken? Door te lezen. Door te kijken. Door te schrijven. Door te leven.

b. Your window to the artist.