Kleinpraat
Wijl de straten vol rottende
blad'ren liggen en het seizoen
der bedampte brillen weer is
aangebroken
verveelt de ratelende ouwe
man vooraan met zijn
kleinpraat de morrende
menigte
Dromende van woeste
luipaarden slaagt de dichter
erin het hoofd boven water
te houden
De ratelende man is verbaasd,
de dichter als enige overlevende
tussen de nu stille menigte
geveld door zijn kleinpraat.
29-10-2007
Leef - Spreek - Dicht
Wees de B
1 comment:
Zoiets is voor burgies he bb, ge moet nog is nen echte post maken vind ik
Post a Comment